Het toenemend aantal leden zorgt ervoor dat een aantal voetbalclubs over onvoldoende voetbalterreinen beschikt om vraag en aanbod efficiënt op mekaar af te stemmen. Daarnaast vraagt een natuurgrasvoetbalveld enorm veel onderhoud en moet er zorgvuldig om gesprongen worden met het aantal gebruiksuren. Een kunstgrasvoetbalveld kan veel intensiever gebruikt worden en biedt altijd de mogelijkheid om op een kwaliteitsvolle manier de voetbalsport te beoefenen.
Daarom wordt er een subsidiereglement voor de aanleg van kunstgrasvoetbalvelden opgemaakt. Met deze subsidie wil het gemeentebestuur de voetbalclubs ondersteunen bij de aanleg van een kunstgrasvoetbalveld. Naast de gemeentelijke subsidie kan de voetbalclub aanspraak maken op een renteloze lening, maar moet ze eveneens zelf mee investeren in de aanleg. Omdat de aanleg van een kunstgrasvoetbalveld de laatste jaren veel duurder geworden is, dringt een herziening van het bestaande subsidiereglement zich op. De bedragen voor subsidie, renteloze lening en eigen inbreng van een vereniging worden aangepast.Artikel 41, 162 en 170 §4 en 173 van de grondwet
Artikel 40 §3 en 41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad keurt het reglement voor de aanleg van kunstgrasvoetbalvelden goed voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.