Terug
Gepubliceerd op 29/03/2024

2024_GR_00044 - Advies voorlopige aanduiding watergevoelig openruimtegebied (WORG) ‘Goorloop’ in Westerlo naar aanleiding van openbaar onderzoek en adviesronde. Negatief Advies

Gemeenteraad
ma 26/02/2024 - 20:00 raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Guy Van Hirtum, burgemeester; Tinne Wuyts, schepen; Filip Verrezen, schepen; Kelly Verboven, schepen; Kristof Welters, schepen; Clyde Tai-Apin, schepen; Paul Helsen, schepen en voorzitter BCSD; Frans De Cock, raadslid; Harri Verbraecken, raadslid; Winny Van Calster, raadslid; Iris De Wever, raadslid; Flor Celen, raadslid; Nancy Van Hoof, raadslid; Marleen Nevelsteen, raadslid; Marie Michiels, raadslid; Hans Van Lommel, raadslid; Giel Van den Broeck, raadslid; Bert Wellens, raadslid; Marc Gouwkens, raadslid; Katrijn van Riet, raadslid; Chris Beenens, raadslid; Ronny Goossens, raadslid; Vicky Cools, raadslid; Wim Dams, raadslid; Vic Van Bael, raadslid; Maurice Van Hemelen, voorzitter raad; Jo Vankrunkelsven, algemeen directeur

Verontschuldigd

Patrick Vercauteren, raadslid

Secretaris

Jo Vankrunkelsven, algemeen directeur

Stemming op het agendapunt

2024_GR_00044 - Advies voorlopige aanduiding watergevoelig openruimtegebied (WORG) ‘Goorloop’ in Westerlo naar aanleiding van openbaar onderzoek en adviesronde. Negatief Advies

Aanwezig

Guy Van Hirtum, Tinne Wuyts, Filip Verrezen, Kelly Verboven, Kristof Welters, Clyde Tai-Apin, Paul Helsen, Frans De Cock, Harri Verbraecken, Winny Van Calster, Iris De Wever, Flor Celen, Nancy Van Hoof, Marleen Nevelsteen, Marie Michiels, Hans Van Lommel, Giel Van den Broeck, Bert Wellens, Marc Gouwkens, Katrijn van Riet, Chris Beenens, Ronny Goossens, Vicky Cools, Wim Dams, Vic Van Bael, Maurice Van Hemelen, Jo Vankrunkelsven
Stemmen voor 26
Winny Van Calster, Clyde Tai-Apin, Iris De Wever, Filip Verrezen, Katrijn van Riet, Frans De Cock, Harri Verbraecken, Tinne Wuyts, Maurice Van Hemelen, Wim Dams, Ronny Goossens, Marleen Nevelsteen, Marie Michiels, Marc Gouwkens, Hans Van Lommel, Chris Beenens, Vicky Cools, Nancy Van Hoof, Flor Celen, Paul Helsen, Bert Wellens, Guy Van Hirtum, Giel Van den Broeck, Kristof Welters, Vic Van Bael, Kelly Verboven
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_GR_00044 - Advies voorlopige aanduiding watergevoelig openruimtegebied (WORG) ‘Goorloop’ in Westerlo naar aanleiding van openbaar onderzoek en adviesronde. Negatief Advies 2024_GR_00044 - Advies voorlopige aanduiding watergevoelig openruimtegebied (WORG) ‘Goorloop’ in Westerlo naar aanleiding van openbaar onderzoek en adviesronde. Negatief Advies

Motivering

Argumentatie

Hoewel de gemeenteraad zich bewust is van de watergevoeligheid van de omgeving rondom de Goorloop kan er niet akkoord gegaan worden met de voorgestelde aanduiding van het WORG ‘Goorloop’. Al in eerdere adviezen vanuit het college van burgemeester en schepenen van 30 mei 2016, van 25 juni 2018 en van 27 augustus 2018 werd aangedrongen op het verder onderzoeken van de individuele en gezamenlijke effecten van een aantal mogelijke maatregelen op het waterbergend vermogen van de omgeving rondom de Goorloop, waarna het gebied opnieuw zou kunnen geanalyseerd worden en waarna dan een aanduiding zou kunnen gebeuren die een minder grote impact heeft op het gebruiksgenot van de getroffen eigenaars.

Ondanks dat herhaaldelijk werd aangedrongen op het onderzoeken van de effecten van een aantal mogelijke maatregelen op het watersysteem kan de gemeenteraad enkel maar vaststellen dat dit niet verder onderzocht werd en dat hiervan zelfs amper melding wordt gemaakt in de documenten en beslissingen die momenteel ter inzage liggen en waarover advies gevraagd wordt. Op basis van de voorlopige aanduiding die nu voorligt, kan bovendien vastgesteld worden dat de contour van het WORG nog werd uitgebreid ten opzichte van de contour die in 2018 werd afgebakend, wat betekent dat nog meer eigenaars zullen getroffen worden door de aanduiding van hun eigendom als WORG. Er werd een perceel gelegen in woonuitbreidingsgebieden toegevoegd aan de contour en twee percelen gelegen in woonuitbreidingsgebieden die in 2018 slechts deels getroffen werden, liggen in de nu voorgestelde aanduiding volledig binnen de contour, ondanks het feit dat de toegevoegde perceeldelen volgens de meest actuele watertoetskaarten slechts een kleine kans op overstromingen kennen, ook wanneer rekening gehouden wordt met klimaatverandering.

Wat betreft de watertoetskaarten die gehanteerd worden, is het zo dat deze in werking getreden zijn op 1 januari 2023. Op 30 augustus 2021verkreeg Pidpa - riolering een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van rioleringswerken met de aanleg van grachten ter hoogte van de wegen Ploegstraat, Achterheide, Lievekensstraat, August Cannaertsstraat, Heultjedorp, Processieweg, Oude Westmeerbeekseweg en Diamantweg in Heultje en voor het aanleggen van een bufferbekken en een pompstation aansluitend op de weg Achterheide. Op 28 oktober 2021 werd door de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning afgeleverd aan Agfa-Gevaert, Hertecant Flanges en Magzijnen Hendrickx nv in functie van maatregelen, waaronder de aanleg van een bufferbekken en een wadi, in het kader van de Blue Deal en in functie van de hemelwaterproblematiek ter hoogte van de Goorloop. De werken naar aanleiding van deze vergunningen werden intussen uitgevoerd, maar de effecten ervan op het watersysteem zijn vermoedelijk nog niet zichtbaar op de watertoetskaarten die gehanteerd werden in functie van het afbakenen van het WORG ‘Goorloop’. Ook vermeldenswaardig is de aanleg van het bufferbekken/gecontroleerd overstromingsgebied door de provincie Antwerpen op grondgebied van Heist-op-den-Berg, nabij de weg Fabrieksstraat, om de Goorloopproblematiek te milderen. Het betreft hier een gebied met een oppervlakte van 1,66ha waarbinnen 7.800m³ aan hemelwater kan gebufferd worden, waarna dit opnieuw richting de Goorloop kan stromen. De gemeenteraad is dan ook van oordeel dat de watertoetskaarten die door de Vlaamse Regering gehanteerd werden in functie van het afbakenen van het WORG mogelijks geen correct beeld geven van de situatie ter plaatse.

Met betrekking tot de watertoetskaarten die gehanteerd worden in functie van het afbakenen van het betreffende WORG kan verder opgemerkt worden dat er voornamelijk ter hoogte van lager gelegen eigendommen sprake is van een pluviaal overstromingsrisico. Dit blijkt althans uit het digitaal hoogtemodel van het gebied. Dit strekt tot overtuiging dat door het nemen van gerichte maatregelen het overstromingsrisico zou kunnen verplaatst worden, waardoor minstens een groot gedeelte van het kwestieuze WORG-gebied en zeker de eigendommen die gelegen zijn in woongebieden en langsheen de weg Straatje zouden kunnen gevrijwaard blijven van een aanduiding als WORG. Gezien de grote impact op het gebruiksgenot van de eigenaars die een aanduiding van een eigendom als WORG met zich meebrengt, dient minstens geoordeeld te worden dat de afbakening door de Vlaamse Regering onvoldoende omzichtig gebeurd is omdat er geen rekening werd gehouden met de mogelijkheid tot het verplaatsen van het overstromingsrisico zodoende minder eigenaars te treffen.

Verder kan er met betrekking tot de watertoetskaarten ook in vraag worden gesteld waarom er rekening houdende met klimaatverandering binnen het afgebakende WORG ‘Goorloop’ geen sprake meer is van een fluviaal overstromingsrisico. Is er hieromtrent een fout in de watertoetskaarten geslopen of is het inderdaad zo dat, rekening houdende met het toekomstig klimaat, de kans op fluviale overstromingen vanuit de Goorloop zodanig vermindert dat er volgens de overstromingskaarten geen sprake meer is van een fluviaal overstromingsrisico onder klimaatverandering? De gemeenteraad is van oordeel dat dit minstens verder onderzocht had moeten worden omdat dit een ander licht zou kunnen werpen op de afbakening van het betreffende WORG. Dat hieraan geen aandacht besteed wordt in de motivering van de afbakening van het WORG dient in elk geval beoordeeld te worden als een onzorgvuldigheid bij het afbakenen van het WORG.

Zoals hierboven, bij punt ‘c. Beschrijving van het gebied’ al werd aangehaald, is er sprake van twee niet-vervallen verkavelingen waarvan het achterste gedeelte van de loten zich binnen de contour van de voorlopige aanduiding van het WORG bevindt. In artikel 5.6.8, §4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening staat vermeld dat een definitieve aanduiding als WORG van rechtswege het verval tot gevolg heeft van onbebouwde delen van niet-vervallen verkavelingen die liggen binnen het WORG. Het is op basis van de in de Codex gebruikte formulering niet duidelijk wat precies bedoeld wordt met de omschrijving ‘nog onbebouwde delen’. Betekent dit het verval van de volledige nog niet bebouwde loten binnen de getroffen verkavelingen of zal enkel het achterste gedeelte van de loten komen te vervallen? Er kan vanuit de gemeenteraad in elk geval niet akkoord gegaan worden met het volledige verval van de nog niet bebouwde loten omdat kan geoordeeld worden dat dit toch wel een impact zal hebben op de waarde van de percelen, die dan niet meer het statuut zullen hebben van een lot een uit een niet-vervallen verkaveling.

Tot slot wenst de gemeenteraad nog een aantal opmerkingen te maken met betrekking tot de planschadevergoeding waarvan de getroffen eigenaars gebruik kunnen maken volgens de Vlaamse Regering. Een eerste bedenking is dat de eigenaars twee jaar de tijd zullen hebben om van de mogelijkheid tot planschade gebruik te maken. De getroffen eigenaars zullen hiertoe zelf het initiatief moeten nemen, want de planschadevergoeding zal niet automatisch worden toegekend. Dit betekent dat de getroffen eigenaars een administratieve procedure zullen moeten doorlopen alvorens aanspraak te kunnen maken op een planschadevergoeding. In functie van het doorlopen van deze administratieve procedure zullen de getroffen eigenaars zich mogelijks moeten wenden tot adviseurs, deskundigen en juristen, wat uiteraard nog een bijkomende kost met zich meebrengt, bovenop de waardevermindering naar aanleiding van de aanduiding van een eigendom als WORG.

Een tweede opmerking is dat de exacte hoogte van de planschadevergoeding momenteel nog niet duidelijk is omdat deze o.a. afhankelijk zal zijn van de beoordeling van het waardeverlies door de Landcommissies, die zullen bestaan uit vastgoedexperts. Zo lang niet gegarandeerd kan worden dat de eigenaars van de getroffen eigendommen op een correcte manier vergoed zullen worden, kan niet akkoord worden gegaan met de voorgestelde afbakening. Omwille van het inwerking treden van het Decreet Woonreservegebieden op 7 juli 2023 heeft de Vlaamse Regering een stolp willen plaatsen over de woonreservegebieden, waaronder ook de woonuitbreidingsgebieden. Het is momenteel niet duidelijk in welke mate dit een impact zal hebben op de beoordeling van het waardeverlies voor de eigenaars van de getroffen percelen die zich in woonuitbreidingsgebieden bevinden.

Een derde, maar niet minder belangrijke, opmerking is dat het Instrumentendecreet met daarin de herziening van de planschaderegeling weliswaar werd goedgekeurd op 26 mei 2023 maar dat er nog een uitvoeringsbesluit nodig is om de herziene planschaderegeling operationeel te maken. Dit uitvoeringsbesluit is tot op heden nog niet goedgekeurd. Zo lang er geen volledige duidelijkheid is rond de herziene planschaderegeling en zo lang het uitvoeringsbesluit rond de nieuwe planschaderegeling nog niet goedgekeurd is, acht de gemeenteraad het niet aan de orde om al watergevoelige openruimtegebieden voorlopig aan te duiden omwille van het onzekere karakter van de vergoeding voor de getroffen eigenaars. De getroffen eigenaars hebben hierover tal van vragen waarop momenteel nog geen antwoord kan geboden worden.

Een vierde opmerking die de gemeenteraad zich maakt, is of het aanduiden van een WORG, waarmee voorzien wordt in een eigenaarsvergoeding, niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, in die zin dat de eigenaars van gronden die gelegen zullen zijn binnen een definitief aangeduid WORG een vergoeding zullen ontvangen naar aanleiding van het niet bebouwbaar zijn van hun eigendom terwijl dat niet zo is voor eigenaars die te maken krijgen met het onbebouwbaar of beperkt of moeilijk bebouwbaar zijn van hun eigendom - met de nodige meerkost tot gevolg - ingevolge de nieuwe watertoetskaarten en de omzendbrief OMG/2022/1 van 16 december van minister Demir.

Met betrekking tot de bij de aanduiding gevoegde plan-MER kan worden opgemerkt dat gezien het WORG ‘Goorloop’ een beperkte oppervlakte heeft het aannemelijk is dat er geen aanzienlijke effecten op de diverse milieuaspecten verwacht worden en dat milderende maatregelen niet vereist zijn. In het plangebied worden enkel nog beperkte handelingen toegelaten voor sociale, educatieve of recreatieve functies, voor landbouw of hobbylandbouw of voor waterbeheersingswerken. Het vaststellen van de planschade of billijke schadevergoeding in het Instrumentendecreet dient alleszins het vaststellen van een WORG vooraf te gaan.

Op basis van de bovenstaande argumenten en opmerkingen neemt de gemeenteraad daarom een ongunstig standpunt in met betrekking tot de voorlopige aanduiding van het WORG ‘Goorloop’ naar aanleiding van het openbaar onderzoek en de adviesronde die lopen van 9 januari 2024 tot en met 8 maart 2024. Vanuit de gemeente Westerlo wenst men er bij de Vlaamse Regering en bij de CIW nogmaals op aan te dringen om te zoeken naar een oplossing op maat zodoende zo veel mogelijk gronden in woongebieden en in woonuitbreidingsgebieden te vrijwaren van een aanduiding als WORG. Mogelijks kan er een oplossing worden gevonden in het vergroten van het waterbergend vermogen binnen een deel van de contour van het WORG om zo het overstromingsrisico te verplaatsen van de momenteel bebouwbare eigendommen naar enkel de achterliggende gronden die niet ontsloten zijn.

Er kan bovendien niet aanvaard worden dat de afbakening van het WORG momenteel enkel gebeurd is op basis van theoretische en statistisch gemodelleerde kaarten, waarvan de accuraatheid voor wat betreft bepaalde aspecten in vraag kan gesteld worden, zonder dat er een hydraulisch onderzoek of een gerichte studie gebeurd is met betrekking tot de waterhuishouding ter plaatse en zonder dat de effecten op het watersysteem van recentelijke ingrepen en maatregelen in de nabije omgeving onderzocht werden.

Juridische grond

  • Koninklijk Besluit van 28 juli 1978 houdende de vaststelling van het gewestplan Herentals-Mol, en latere wijzigingen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 1997 houdende de definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 17 december 1997 wat de bindende bepalingen betreft en op de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 en 17 december 2010 houdende de definitieve vaststelling van een herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij de decreten van 19 maart 2004 respectievelijk 25 februari 2011, wat de bindende bepalingen betreft.
  • Richtlijn 2000/60/EG van het Europees parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.
  • Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, artikel 1.3.1.1, §1, eerste lid, gewijzigd bij het decreet van 24 juni 2022.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, gewijzigd bij het besluit van 25 november 2022.
  • Richtlijn 2007/60/EG van het Europees parlement en de Raad van 23 oktober 2007 over beoordeling en beheer van overstromingsrisico’s.
  • Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 (VCRO), meer bepaald artikel 5.6.8, § 1, tweede lid, en § 2, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 8 december 2017.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2018 houdende nadere regels voor de aanduiding van watergevoelige openruimtegebieden.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad bespreekt op 26 februari 2024 de voorlopige aanduiding van het watergevoelige openruimtegebied ‘Goorloop’ in Westerlo naar aanleiding van het openbaar onderzoek en de adviesronde die lopen van 9 januari 2024 tot en met 8 maart 2024 en beslist om hieromtrent een ongunstig advies te verlenen. Vanuit de gemeente Westerlo wenst men er bij de Vlaamse Regering en bij de CIW nogmaals op aan te dringen om te zoeken naar een oplossing op maat zodoende zo veel mogelijk gronden in woongebieden en in woonuitbreidingsgebieden te vrijwaren van een aanduiding als WORG. Mogelijks kan er een oplossing worden gevonden in het vergroten van het waterbergend vermogen binnen een deel van de contour van het WORG om zo het overstromingsrisico te verplaatsen van de momenteel bebouwbare eigendommen naar enkel de achterliggende gronden die niet ontsloten zijn. Er kan bovendien niet aanvaard worden dat de afbakening van het WORG momenteel enkel gebeurd is op basis van theoretische en statistisch gemodelleerde kaarten, waarvan de accuraatheid voor wat betreft bepaalde aspecten in vraag kan gesteld worden, zonder dat er een hydraulisch onderzoek of een gerichte studie gebeurd is met betrekking tot de waterhuishouding ter plaatse en zonder dat de effecten op het watersysteem van recentelijke ingrepen en maatregelen in de nabije omgeving onderzocht werden.

Artikel 2

Meer concreet wenst de gemeenteraad de volgende opmerkingen over te maken aan de Vlaamse Regering en aan de CIW:

  • Ondanks dat herhaaldelijk werd aangedrongen op het onderzoeken van de effecten van een aantal mogelijke maatregelen op het watersysteem, zodoende te komen tot een aanduiding die een minder grote impact heeft op het gebruiksgenot van de getroffen eigenaars, kan de gemeenteraad enkel maar vaststellen dat dit niet verder onderzocht werd en dat hiervan zelfs amper melding wordt gemaakt in de documenten en beslissingen die momenteel ter inzage liggen en waarover advies gevraagd wordt. Dit wordt betreurd en wijst erop dat de gemeente Westerlo in feite geen inspraak gehad heeft met betrekking tot de afbakening van het WORG.
  • Op basis van de voorlopige aanduiding die nu voorligt, kan vastgesteld worden dat de contour van het WORG nog werd uitgebreid ten opzichte van de contour die in 2018 werd afgebakend, wat betekent dat nog meer eigenaars zullen getroffen worden door de aanduiding van hun eigendom als WORG. Er werd een perceel gelegen in woonuitbreidingsgebieden toegevoegd aan de contour en twee percelen gelegen in woonuitbreidingsgebieden die in 2018 slechts deels getroffen werden, liggen in de nu voorgestelde aanduiding volledig binnen de contour, ondanks het feit dat de toegevoegde perceeldelen volgens de meest actuele watertoetskaarten slechts een kleine kans op overstromingen kennen, ook wanneer rekening gehouden wordt met klimaatverandering.
  • De effecten op het watersysteem ten gevolge van een aantal recent vergunde en uitgevoerde maatregelen zijn vermoedelijk nog niet zichtbaar op de watertoetskaarten die in werking getreden zijn op 1 januari 2023 en die gehanteerd werden in functie van het afbakenen van het WORG ‘Goorloop’. De gemeenteraad is dan ook van oordeel dat de watertoetskaarten die door de Vlaamse Regering gehanteerd werden in functie van het afbakenen van het WORG mogelijks geen correct beeld geven van de situatie ter plaatse.
  • Met betrekking tot de watertoetskaarten die gehanteerd worden in functie van het afbakenen van het betreffende WORG kan verder opgemerkt worden dat er voornamelijk ter hoogte van lager gelegen eigendommen sprake is van een pluviaal overstromingsrisico. Dit blijkt althans uit het digitaal hoogtemodel van het gebied. Dit strekt tot overtuiging dat door het nemen van gerichte maatregelen het overstromingsrisico zou kunnen verplaatst worden, waardoor minstens de eigendommen die gelegen zijn in woongebieden en langsheen de weg Straatje zouden kunnen gevrijwaard blijven van een aanduiding als WORG. Gezien de grote impact op het gebruiksgenot van de eigenaars die een aanduiding van een eigendom als WORG met zich meebrengt, dient minstens geoordeeld worden dat de afbakening door de Vlaamse Regering onvoldoende omzichtig gebeurd is omdat er geen rekening werd gehouden met de mogelijkheid tot het verplaatsen van het overstromingsrisico zodoende minder eigenaars te treffen.
  • Er kan met betrekking tot de watertoetskaarten ook in vraag worden gesteld waarom er rekening houdende met klimaatverandering binnen het afgebakende WORG ‘Goorloop’ geen sprake meer is van een fluviaal overstromingsrisico. Is er hieromtrent een fout in de watertoetskaarten geslopen of is het inderdaad zo dat, rekening houdende met het toekomstig klimaat, de kans op fluviale overstromingen vanuit de Goorloop zodanig vermindert dat er volgens de overstromingskaarten geen sprake meer is van een fluviaal overstromingsrisico onder klimaatverandering? De gemeenteraad is van oordeel dat dit minstens verder onderzocht had moeten worden omdat dit een ander licht zou kunnen werpen op de afbakening van het betreffende WORG. Dat hieraan geen aandacht besteed wordt in de motivering van de afbakening van het WORG dient in elk geval beoordeeld te worden als een onzorgvuldigheid bij het afbakenen van het WORG.
  • Er is sprake van twee niet-vervallen verkavelingen waarvan het achterste gedeelte van de loten zich binnen de contour van de voorlopige aanduiding van het WORG bevindt. In artikel 5.6.8, §4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening staat vermeld dat een definitieve aanduiding als WORG van rechtswege het verval tot gevolg heeft van onbebouwde delen van niet-vervallen verkavelingen die liggen binnen het WORG. Het is op basis van de in de Codex gebruikte formulering niet duidelijk wat precies bedoeld wordt met de omschrijving ‘nog onbebouwde delen’. Betekent dit het verval van de volledige nog niet bebouwde loten binnen de getroffen verkavelingen of zal enkel het achterste gedeelte van de loten komen te vervallen? Er kan vanuit de gemeenteraad in elk geval niet akkoord gegaan worden met het volledige verval van de nog niet bebouwde loten omdat kan geoordeeld worden dat dit toch wel een impact zal hebben op de waarde van de percelen, die dan niet meer het statuut zullen hebben van een lot een uit een niet- vervallen verkaveling.
  • De gemeenteraad wenst tevens de volgende opmerkingen te maken met betrekking tot de planschadevergoeding waarvan de getroffen eigenaars gebruik kunnen maken volgens de Vlaamse Regering:
    • De eigenaars zullen twee jaar de tijd hebben om van de mogelijkheid tot planschade gebruik te maken. De getroffen eigenaars zullen hiertoe zelf het initiatief moeten nemen, want de planschadevergoeding zal niet automatisch worden toegekend. Dit betekent dat de getroffen eigenaars een administratieve procedure zullen moeten doorlopen alvorens aanspraak te kunnen maken op een planschadevergoeding. In functie van het doorlopen van deze administratieve procedure zullen de getroffen eigenaars zich mogelijks moeten wenden tot adviseurs, deskundigen en juristen, wat uiteraard nog een bijkomende kost met zich meebrengt, bovenop de waardevermindering naar aanleiding van de aanduiding van een eigendom als WORG.
    • De exacte hoogte van de planschadevergoeding is momenteel nog niet duidelijk omdat deze o.a. afhankelijk zal zijn van de beoordeling van het waardeverlies door de Landcommissies. Zo lang niet gegarandeerd kan worden dat de eigenaars van de getroffen eigendommen op een correcte manier vergoed zullen worden, kan niet akkoord worden gegaan met de voorgestelde afbakening. Omwille van het inwerking treden van het Decreet Woonreservegebieden op 7 juli 2023 heeft de Vlaamse Regering een stolp willen plaatsen over de woonreservegebieden, waaronder ook de woonuitbreidingsgebieden. Het is momenteel niet duidelijk in welke mate dit een impact zal hebben op de beoordeling van het waardeverlies voor de eigenaars van de getroffen percelen die zich in woonuitbreidingsgebieden bevinden.
    • Het Instrumentendecreet met daarin de herziening van de planschaderegeling werd weliswaar goedgekeurd op 26 mei 2023, maar er is nog een uitvoeringsbesluit nodig om de herziene planschaderegeling operationeel te maken. Dit uitvoeringsbesluit is tot op heden nog niet goedgekeurd. Zo lang er geen volledige duidelijkheid is rond de herziene planschaderegeling en zo lang het uitvoeringsbesluit rond de nieuwe planschaderegeling nog niet goedgekeurd is, acht de gemeenteraad het niet aan de orde om al watergevoelige openruimtegebieden voorlopig aan te duiden omwille van het onzekere karakter van de vergoeding voor de getroffen eigenaars. De getroffen eigenaars hebben hierover tal van vragen waarop momenteel nog geen antwoord kan geboden worden.
    • Er kan in vraag gesteld worden of het aanduiden van een WORG, waarmee voorzien wordt in een eigenaarsvergoeding, niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, in die zin dat de eigenaars van gronden die gelegen zullen zijn binnen een definitief aangeduid WORG een vergoeding zullen ontvangen naar aanleiding van het niet bebouwbaar zijn van hun eigendom terwijl dat niet zo is voor eigenaars die te maken krijgen met het onbebouwbaar of beperkt of moeilijk bebouwbaar zijn van hun eigendom - met de nodige meerkost tot gevolg - ingevolge de nieuwe watertoetskaarten en de omzendbrief OMG/2022/1 van 16 december van minister Demir. Dit dient in elk geval verder onderzocht te worden door de Vlaamse Regering.

Artikel 3

Zoals gevraagd, voegt de gemeenteraad als bijlage aan dit advies een inventaris toe van de niet-vervallen verkavelingen of omgevingsvergunningen voor het verkavelen van gronden binnen de afbakening van de voorlopige aanduiding van het WORG ‘Goorloop’.