Algemene kadering "verrijk je wijk" binnen LEKP 2.0
LEKP Werf 2 "verrijk je wijk" stemt overeen met de behandeling van "Energie binnen de private woonmarkt". Westerlo ziet hier voor zichzelf vooral een informerende/sensibiliserende rol weggelegd met als boodschap/doelstelling: "de gefaseerde opwaardering van de totale energiescore van de woning doorheen de tijd (volgens de praktische en financiële capaciteit van iedere inwoner) via stapsgewijze isolatie van de gebouwschillen volgens de normen van 2050 en de parallelle opwaardering van de warmteopwekking en installatie van PV."
Westerlo uit de kritiek op het LEKP 2.0 werf 2 dat het erg geschreven is op een stedelijke context:
Waar dit in een stedelijke context logisch is (bv uniforme koopappartementen in één gemeenschappelijk deel), is het dat niet in een meer plattelandsomgeving zoals Westerlo met veel (half-)losstaande woningen: net omdat de boodschap tot energiebesparende renovaties en hernieuwbare energieprojecten op individuele basis reeds een uitdaging is, bestaat de vrees dat meer ‘exotische vormen’ hiervan, zoals de bijkomende clausules van het LEKP hierboven, eerder zullen afschrikken dan aanspreken. De clausules van het LEKP 2.0 leiden de gemeente zo eerder weg van de essentie. De expliciete inzet op deze uitbreidende clausules kan contraproductief werken voor de renovatieboodschap van Westerlo.
De betrokken dienst (Milieu) doen daarom het voorstel om in de algemene communicatie rond het thema "Energie binnen de private woonmarkt" niet in te zetten op die uitbreidende clausules van het LEKP (collectief/participatief/coöperatief georganiseerd), maar wel de individuele inwoner te blijven aanspreken over zijn/haar woning.
De doelstellingen van Westerlo voor "Energie binnen de private woonmarkt" primeren zo expliciet op de doelstellingen die gesteld werden door het LEKP werf 2 "verrijk je wijk".
Echter, daar waar Westerlo de opportuniteiten ziet om - meer gepersonaliseerd en op buurtniveau - deze uitbreidende clausules van LEKP 2.0 toch levensvatbaar te maken, dan zal het dat ook vol overtuiging doen. Op deze manier probeert de gemeente alsnog invulling te geven aan die LEKP-specifieke doelstellingen.
Een voorbeeld daarvan zijn de 'klimaattafels', waar Westerlo:
Argumentatie deelname LEKP 2.1
Aangezien het LEKP 2.1 een uitbreiding is op werf 2 van LEKP 2.0, geldt voor LEKP 2.1 dezelfde aanpak: het beleid "Energie binnen de private woonmarkt" richt zich in de basis steeds op individuele acties door de inwoners van Westerlo in hun individuele woningen. Ook door inschrijving voor LEKP 2.1 mag er niet afgeweken worden van die 'individuele renovatieboodschap'. De actiepunten van LEKP 2.1 zullen aangepakt worden volgens de opportuniteiten die zich daarrond aanbieden.
Dat is ook voor LEKP 2.1 echter ook erg evident, want de nieuwe actiepunten richten zich net op het buurtniveau, exact waar er opportuniteiten zijn en waarvoor er reeds een platform wordt opgezet in 2023 voor LEKP 2.0 (klimaattafels).
Omdat er via LEKP 2.1 extra budget vrijkomt, kan er al bij de eerste aanzet van de klimaattafels (stap 1) een doorgedreven ondersteuning beloofd worden aan de inwoners (want dat budget kan expliciet ingezet worden voor die bijkomende interne en externe personeelsinzet). De inschatting is dat:
De collectieve/participatieve/coöperatieve energieprojecten hebben daarom binnen LEKP 2.1 net meer slaagkans dan louter binnen LEKP 2.0.
Ook de klimaatneutrale wijk/het wijkverbeteringsproject heeft meer slaagkans binnen LEKP 2.1 dan louter binnen LEKP 2.0, omdat er zo uitgesproken meer marge is om tijd en geld te investeren in het project.
Concreet wordt de haalbaarheid van de 4 actiepunten van LEKP 2.1 intern als positief beoordeeld:
Verder werd de mening gevraagd van overkoepelende organisaties IOK en VVSG. Westerlo communiceerde met hen over het lopende beleid rond 'energie binnen de private woonmarkt', over het concept voor "de klimaatneutrale wijk" dat er al lag en over hoe 'de klimaattafels' zullen geïntegreerd worden in de renovatieboodschap op individuele basis.
Op basis van deze achtergrond gaven zij aan 'voorzichtig positief' te zijn over de deelname van Westerlo aan LEKP 2.1.
Slechts weinig gemeenten in het werkingsgebied van IOK geven aan zich in te schrijven. Hoewel IOK de deelname aan LEKP 2.1 niet wenste te promoten, betekent die uiteindelijke lage inschrijvingsgraad wel dat Westerlo een interessante partner wordt voor IOK (kruisbestuiving, Westerlo als proeftuin), waardoor er alsnog meer ondersteuning mogelijk is dan initieel werd aangegeven.
Een lage inschrijvingsgraad (niet alleen in werkingsgebied IOK, maar in heel Vlaanderen) betekent dat de totale projectsubsidie verdeeld kan worden onder een beperkt aantal deelnemende steden/gemeenten. Dat geeft Westerlo een mooi budget om mee te werken. Dat is welkom, omdat er ingeschat wordt dat personeelsinzet (intern en extern) de grootste flessenhals is voor de succesvolle uitvoering van de doelstellingen van het LEKP 2.1.
Ten slotte is de uitvoeringstermijn van LEKP 2.1 kort (2 jaar). Dit betekent echter niet dat alle projecten eind 2024 moeten afgerond zijn. Zij mogen nog verder lopen in 2025/26, maar dan wordt er geen financiering meer voor ontvangen.
De financiering voor LEKP 2.1 is niet geheel vrijblijvend. De resultaten berusten echter steeds op het engagement van de inwoners van de gemeente. Dat betekent dat de resultaten nooit gegarandeerd kunnen worden, maar ook dat het niet behalen van bepaalde resultaten steeds verantwoord kan worden naar de gemeenteraad en naar Vlaanderen.
Gelet op de internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;
Gelet op het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;
Gelet op het ondertekenen door de gemeente Westerlo van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;
Gelet op het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030
Gelet op het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024
Ook de Vlaamse en lokale overheden nemen hun verantwoordelijkheid en geven het goede voorbeeld. Net zoals de Vlaamse Overheid zullen gemeenten, steden, intercommunales, OCMW’s, provincies en autonome gemeentebedrijven worden gevraagd dat zij hun broeikasgassen met 40% reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing van 2,09% realiseren op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed).
Gelet op het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemene engagementen en de vier werven behoudend 16 specifieke doelstellingen. Ter goedkeuring beslist op de gemeenteraad van 18/10/2021.
Gelet op het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 8 juli 2022 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemene engagementen en de vier werven behoudend 17 specifieke doelstellingen. Ter goedkeuring beslist op de gemeenteraad van 19/09/2022.
Gelet op het ‘FIT for 55’-pakket van de Europese Commissie waardoor Europese regelgeving in overeenstemming wordt gebracht met de doelstelling van de Europese Unie om in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Met als gevolg de visienota van de Vlaamse Regering van 5 november 2021 ‘Bijkomende maatregelen Klimaat’ met een extra pakket aan maatregelen voor een reductie van 40% broeikasgasuitstoot (ten opzichte van 2005) voor de sectoren transport, bouw, landbouw, afval en industrie.
Gelet op art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”
Gelet op het gemeentelijk milieubeleidsplan 06/2021;
De gemeenteraad beslist het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 te ondertekenen.