Terug
Gepubliceerd op 28/11/2022

2022_RMW_00054 - Rechtspositieregeling personeel OCMW en instellingen. Wijziging 17 en aanpassing van het organogram - Goedkeuring

Raad voor Maatschappelijk Welzijn
ma 21/11/2022 - 20:00 raadzaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Rechtspositieregeling (RPR).

Samenstelling

Aanwezig

Guy Van Hirtum, voorzitter VAB; Tinne Wuyts, lid VAB; Filip Verrezen, lid VAB; Kelly Verboven, lid VAB; Kristof Welters, lid VAB; Clyde Tai-Apin, lid VAB; Paul Helsen, BCSD voorzitter - lid VAB; Frans De Cock, raadslid; Harri Verbraecken, raadslid; Winny Van Calster, raadslid; Iris De Wever, raadslid; Flor Celen, raadslid; Nancy Van Hoof, raadslid; Marleen Nevelsteen, raadslid; Marie Michiels, raadslid; Hans Van Lommel, raadslid; Patrick Vercauteren, raadslid; Giel Van den Broeck, raadslid; Bert Wellens, raadslid; Marc Gouwkens, raadslid; Katrijn van Riet, raadslid; Chris Beenens, raadslid; Ronny Goossens, raadslid; Vicky Cools, raadslid; Wim Dams, raadslid; Vic Van Bael, raadslid; Maurice Van Hemelen, voorzitter raad; Jo Vankrunkelsven, algemeen directeur

Secretaris

Jo Vankrunkelsven, algemeen directeur

Stemming op het agendapunt

2022_RMW_00054 - Rechtspositieregeling personeel OCMW en instellingen. Wijziging 17 en aanpassing van het organogram - Goedkeuring

Aanwezig

Guy Van Hirtum, Tinne Wuyts, Filip Verrezen, Kelly Verboven, Kristof Welters, Clyde Tai-Apin, Paul Helsen, Frans De Cock, Harri Verbraecken, Winny Van Calster, Iris De Wever, Flor Celen, Nancy Van Hoof, Marleen Nevelsteen, Marie Michiels, Hans Van Lommel, Patrick Vercauteren, Giel Van den Broeck, Bert Wellens, Marc Gouwkens, Katrijn van Riet, Chris Beenens, Ronny Goossens, Vicky Cools, Wim Dams, Vic Van Bael, Maurice Van Hemelen, Jo Vankrunkelsven
Stemmen voor 27
Vicky Cools, Nancy Van Hoof, Flor Celen, Paul Helsen, Bert Wellens, Guy Van Hirtum, Vic Van Bael, Winny Van Calster, Clyde Tai-Apin, Iris De Wever, Kristof Welters, Kelly Verboven, Filip Verrezen, Katrijn van Riet, Frans De Cock, Harri Verbraecken, Patrick Vercauteren, Tinne Wuyts, Giel Van den Broeck, Maurice Van Hemelen, Wim Dams, Ronny Goossens, Marleen Nevelsteen, Marie Michiels, Marc Gouwkens, Hans Van Lommel, Chris Beenens
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2022_RMW_00054 - Rechtspositieregeling personeel OCMW en instellingen. Wijziging 17 en aanpassing van het organogram - Goedkeuring 2022_RMW_00054 - Rechtspositieregeling personeel OCMW en instellingen. Wijziging 17 en aanpassing van het organogram - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

1. Wijziging organogram

  • Uitbreiding team sociale dienst met 1 VTE maatschappelijk assistent huisvesting (B1-B3)

2. Artikel 187 bis §1 en en §2 RPR OCMW en artikel 167bis §1 en §2 RPR instellingen betreft de eindejaarstoelage ikv de fietslease

  • De eindejaarstoelage kan op vraag van het personeelslid geheel of gedeeltelijk worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een eindejaarstoelage in geld zoals omschreven in de Rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en 12 november 2010. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op de eindejaarstoelage.
  • Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest binnen de grenzen van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de eindejaarstoelage onverkort van toepassing.
  • Het personeelslid moet zijn keuze om de eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk om te zetten maken ten laatste op de 10de van de maand december van het kalenderjaar. Wanneer het personeelslid kiest voor een gedeeltelijke omzetting van de eindejaarstoelage, vermindert hiermee het bruto bedrag van de eindejaarstoelage.
  • Indien het theoretisch budget meer was dan nodig voor de gekozen voordelen, wordt het saldo aan het personeelslid overgemaakt na afhouding van de noodzakelijke bijdragen en uiterlijk op 20 december. In voorkomend geval worden die teruggestorte gelden beschouwd als een gewone premie in geld.
  • Ter info, op de totaliteit van dit verlaagde bedrag worden in de huidige stand van de wetgeving de gewone sociale zekerheidsbijdragen berekend.

3. Artikel 228 bis §1 en §2 RPR OCMW betreft de vakantiedagen ikv de fietslease

  • Het personeelslid kan op vraag van het personeelslid vakantiedagen, die per kalenderjaar boven het minimum van 28 dagen uitstijgen, omzetten naar een theoretisch budget welke aangewend kan worden ter bevordering van fietsmobiliteit. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op de bijkomende vakantiedagen.
  • De in het eerste lid vermelde vakantiedagen kunnen worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid andere voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een vakantiedag zoals omschreven in de Rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en van 12 november 2010.
  • Het personeelslid moet zijn keuze maken om een of meerdere bijkomende vakantiedagen om te zetten ten laatste op de 10de van de maand december van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit worden aangevraagd.
  • Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest aan de hand van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de vakantiedagen onverkort van toepassing.

4. Artikel 213 bis §1 en §2 RPR instellingen betreft de vakantiedagen ikv de fietslease

  • Het personeelslid kan op vraag van het personeelslid vakantiedagen, die per kalenderjaar boven het minimum van 24 dagen uitstijgen, omzetten naar een theoretisch budget welke aangewend kan worden ter bevordering van fietsmobiliteit. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op de bijkomende vakantiedagen.
  • De in het eerste lid vermelde vakantiedagen kunnen worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid andere voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een vakantiedag zoals omschreven in de Rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en van 12 november 2010.
  • Het personeelslid moet zijn keuze maken om een of meerdere bijkomende vakantiedagen om te zetten ten laatste op de laatste werkdag van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit worden aangevraagd.
  • Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest aan de hand van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de vakantiedagen onverkort van toepassing.

5. Bijlage 11 RPR instellingen en RPR OCMW

Aan de RPR van de instellingen en de RPR van het OCMW wordt bijlage 11, fietspolicy toegevoegd met de modaliteiten rond de fietslease.

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist:

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de wijzigingen van artikel 187 bis §1, 187 bis §2, 228 bis §1 en 228 bis §2 van de rechtspositieregeling van het OCMW goed.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de wijzigingen van artikel 167 bis §1, 167 bis §2, 213 bis §1 en 213 bis §2 van de rechtspositieregeling van de instellingen goed.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt toevoeging van bijlage 11 'fietspolicy' aan de rechtspositieregelingen van de instellingen en het OCMW goed.

Artikel 2

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de wijziging aan het organogram goed.