Terug
Gepubliceerd op 29/06/2022

2022_RMW_00037 - Visumverplichting en -uitsluiting - Goedkeuring

Raad voor Maatschappelijk Welzijn
ma 20/06/2022 - 20:00 De Zoerla
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Guy Van Hirtum, voorzitter VAB; Tinne Wuyts, lid VAB; Filip Verrezen, lid VAB; Kelly Verboven, lid VAB; Kristof Welters, lid VAB; Clyde Tai-Apin, lid VAB; Paul Helsen, BCSD voorzitter - lid VAB; Frans De Cock, raadslid; Harri Verbraecken, raadslid; Winny Van Calster, raadslid; Iris De Wever, raadslid; Flor Celen, raadslid; Nancy Van Hoof, raadslid; Marleen Nevelsteen, raadslid; Marie Michiels, raadslid; Hans Van Lommel, raadslid; Patrick Vercauteren, raadslid; Giel Van den Broeck, raadslid; Bert Wellens, raadslid; Marc Gouwkens, raadslid; Katrijn van Riet, raadslid; Chris Beenens, raadslid; Ronny Goossens, raadslid; Vicky Cools, raadslid; Wim Dams, raadslid; Maurice Van Hemelen, voorzitter raad; Jo Vankrunkelsven, algemeen directeur

Verontschuldigd

Vic Van Bael

Secretaris

Jo Vankrunkelsven, algemeen directeur

Stemming op het agendapunt

2022_RMW_00037 - Visumverplichting en -uitsluiting - Goedkeuring

Aanwezig

Guy Van Hirtum, Tinne Wuyts, Filip Verrezen, Kelly Verboven, Kristof Welters, Clyde Tai-Apin, Paul Helsen, Frans De Cock, Harri Verbraecken, Winny Van Calster, Iris De Wever, Flor Celen, Nancy Van Hoof, Marleen Nevelsteen, Marie Michiels, Hans Van Lommel, Patrick Vercauteren, Giel Van den Broeck, Bert Wellens, Marc Gouwkens, Katrijn van Riet, Chris Beenens, Ronny Goossens, Vicky Cools, Wim Dams, Maurice Van Hemelen, Jo Vankrunkelsven
Stemmen voor 26
Winny Van Calster, Clyde Tai-Apin, Iris De Wever, Kristof Welters, Kelly Verboven, Filip Verrezen, Katrijn van Riet, Frans De Cock, Harri Verbraecken, Patrick Vercauteren, Tinne Wuyts, Giel Van den Broeck, Maurice Van Hemelen, Wim Dams, Ronny Goossens, Marleen Nevelsteen, Marie Michiels, Marc Gouwkens, Hans Van Lommel, Chris Beenens, Vicky Cools, Nancy Van Hoof, Flor Celen, Paul Helsen, Bert Wellens, Guy Van Hirtum
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2022_RMW_00037 - Visumverplichting en -uitsluiting - Goedkeuring 2022_RMW_00037 - Visumverplichting en -uitsluiting - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Met als doel flessenhalzen in de dagelijkse werking te voorkomen en om de uitvoering van het beleid zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, is het logisch dat de raad voor maatschappelijk welzijn gebruik maakt van de mogelijkheid om bepaalde categorieën uit te sluiten van de visumverplichting vermeld in artikels 266 en 267 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 99 van besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018.

In de praktijk blijkt het aangewezen om een 'advies' in te voeren met als doel te vermijden dat op einde van het traject een negatief visum moet worden gegeven in een dossier.

Het organisatiebeheersingssysteem moet de procedure vastleggen om de wettelijkheid, de regelmatigheid en de beschikbaarheid van kredieten te verzekeren voor verbintenissen die van de visumplicht zijn uitgesloten.

Om redenen van administratieve eenvoud, efficiënte werking en afstemming van interne controle worden de richtlijnen voor gemeente en OCMW en AGB op elkaar afgestemd. Bijgevolg is het aangewezen gelijkaardige voorwaarden vast te leggen voor het verlenen van een advies en visum in alle organisaties.

Voorgesteld wordt om in grote lijnen onderstaand stramien te volgen voor de toepassing van de regelgeving:

1. Om te vermijden dat op het einde van het traject van een dossier een negatief visum moet worden gegeven, kan reeds voorafgaand aan het nemen van een beslissing met financiële impact aan de financieel directeur een advies worden gevraagd. Het advies kan bestaan uit een financieel beleidsadvies, een advies over de kredietcontrole en een advies over de wettigheid en de regelmatigheid.

2. Er is geen visum wenselijk voor:

  • een verbintenis waarvan het bedrag binnen de perken valt van een opdracht die overeenkomstig de wetgeving overheidsopdrachten tot stand zou kunnen komen via het systeem van de aanvaarde factuur (maximaal 30.000 euro excl. BTW);
  • de nominatieve werkingstoelagen (zonder met reglement) aan de politiezone, het OCMW, de hulpverleningszone, intercommunales, kerkfabrieken, sportieve, culturele en andere organisaties;
  • schulduitgaven die voortvloeien uit regelmatig aangegane verbintenissen, zoals aflossingen en intresten van lening- en leasingcontracten, maandelijkse loonkost, sociale wettelijke bijdragen, maandelijkse huuruitgaven
  • aanstellingen van personeel met een contract van bepaalde duur waarvan de duur niet meer dan 6 maanden bedraagt (en aansluitend aanstellingen in het kader van tewerkstellingen art. 60, §7 OCMW-wet en tewerkstellingen ter uitvoering van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden voor max. vier jaar in het kader van de organieke opdracht van het OCMW die één of meer jaren bedragen)

3. Voor de toekenning van investeringssubsidies wordt steeds een visum aan de financieel directeur gevraagd.

4. Gezien een verhoogd risico op onregelmatigheden bij meerwerken voor overheidsopdrachten zijn deze ook onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat de verbintenis kan worden aangegaan.

5. Voor de financiële verbintenissen van (on)bepaalde duur wordt de kostprijs bepaald op basis van de kostprijs per maand maal het aantal maanden dat de verbintenis van kracht is met een maximum van 48 maanden.

6. De procedure om de wettelijkheid, de regelmatigheid en de beschikbaarheid van kredieten te verzekeren van uitgaven die van de visumplicht zijn uitgesloten, wordt expliciet vastgelegd in het organisatiebeheersingssysteem.

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

  • Artikel 177, 1°: De financieel directeur staat in volle onafhankelijkheid in voor de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente  met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 266 en 267;

  • Artikel 265: Een verbintenis alleen mag worden aangegaan als de financiële gevolgen ervan tijdens de periode van het meerjarenplan passen binnen de ramingen van het meerjarenplan en als de financiële gevolgen voor het lopende boekjaar passen binnen de limitatieve kredieten voor dat boekjaar in het meerjarenplan.

    Als de gemeente nog niet over uitvoerbare kredieten beschikt voor het lopende boekjaar, is het aangaan of het wijzigen van verbintenissen onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring door de gemeenteraad. De gemeente kan dan alleen verbintenissen aangaan of wijzigen die behoren tot de exploitatie en die verband houden met de courante werking en de bestaande dienstverlening.

    Iedereen die in strijd met het tweede lid verbintenissen heeft aangegaan, is daarvoor persoonlijk verantwoordelijk, behalve in de gevallen die door of krachtens dit decreet worden bepaald en met behoud van de eventuele medeverantwoordelijkheid van andere organen of personeelsleden.

  • Artikel 266: De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.

    De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht vermeld in artikel 177, eerste lid, 1°. Hij verleent zijn visum, als uit dat onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt. Hij kan voorwaarden koppelen aan zijn visum. Als de financieel directeur weigert zijn visum te verlenen, of als hij er voorwaarden aan koppelt, motiveert hij dat.

    De gemeenteraad bepaalt, na advies van de financieel directeur, de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle, vermeld in het tweede lid, uitoefent. De gemeenteraad kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting.

    Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt de voorwaarden die gelden om advies te kunnen vragen aan de financieel directeur over de wettigheid en regelmatigheid van verrichtingen die van de visumverplichting zijn uitgesloten.

  • Artikel 267: Als de financieel directeur weigert om een visum te verlenen aan een voorgenomen verbintenis, kan het college van burgemeester en schepenen op eigen verantwoordelijkheid kan viseren. In dat geval brengt het college van burgemeester en schepenen de gemotiveerde beslissing van de financieel directeur, samen met zijn eigen beslissing, ter kennis van de gemeenteraad.

    De verbintenis kan pas worden aangegaan nadat de gemeenteraad heeft kunnen kennisnemen van die beslissing van het college van burgemeester en schepenen.

    In afwijking van het eerste lid kan de gemeenteraad of raad voor maatschappelijk welzijn in de situatie, vermeld in artikel 265, tweede lid, viseren als de financieel directeur weigert om een visum te verlenen aan een voorgenomen verbintenis.

  • Artikel 268: Met het behoud van de toepassing van artikel 265, eerste en tweede lid, kan de gemeente geen verbintenissen uitvoeren zonder dat er kredieten voor beschikbaar zijn. Totdat de gemeente over uitvoerbare kredieten beschikt, kan ze alleen uitgaven doen overeenkomstig verbintenissen die zijn aangegaan voor het begin van het boekjaar en overeenkomstig nieuwe verbintenissen die behoren tot de exploitatie en die verband houden met de courante werking en de bestaande dienstverlening.

  • Artikel 269: De gemeenteraad kan zonder de nodige kredieten over de uitgaven beslissen die door dwingende en onvoorziene omstandigheden vereist zijn, op voorwaarde dat hij daarvoor een met redenen omkleed besluit neemt.
    In dezelfde omstandigheden en als het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken, kan het college van burgemeester en schepenen op eigen verantwoordelijkheid over de uitgaven beslissen. Het college van burgemeester en schepenen brengt de gemeenteraad daarvan onmiddellijk op de hoogte.
    De bevoegdheid om over de uitgaven te beslissen, houdt ook de bevoegdheid in tot het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, het vaststellen van de plaatsingsprocedure, het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van de overheidsopdrachten.
    In de gevallen, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden de financiële gevolgen opgenomen in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

  • Artikel 273: De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, en met dien verstande dat de hiernavolgende woorden worden gelezen als volgt:
    • 1° "gemeente" als "openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn";
    • 2° "gemeenteraad" als "raad voor maatschappelijk welzijn";
    • 3° "college van burgemeester en schepenen" als "vast bureau".

 

Het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018

  • Artikel 99: De volgende categorieën van verrichtingen kunnen niet worden uitgesloten van de visumverplichting:


  • 1° de aanstelling van statutaire personeelsleden;
  • 2° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;
  • 3° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer;
  • 4° de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan vijftigduizend euro;
  • 5° de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan vijfentwintigduizend euro;
  • 6° de investeringssubsidies waarvan het bedrag hoger is dan tienduizend euro.

    Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie wordt de totale duur aangenomen voor de toepassing van het eerste lid.

    In afwijking van het eerste lid, 3°, kunnen de aanstellingen van één jaar of meer in de volgende gevallen wel uitgesloten worden van de visumverplichting:

  • 1° een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, paragraaf 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  • 2° een tewerkstelling ter uitvoering van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden dan de werkgelegenheidsmaatregelen, vermeld in punt 1°, voor maximaal vier jaar, in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 1, van de voormelde wet, of in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 8, 9 of 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.


De Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten

  • Artikel 92: De overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan 30.000 euro(exclusief BTW) zijn uitsluitend onderworpen aan enerzijds de bepalingen van titel 1, met uitzondering van de artikelen 12 en 14 en anderzijds en de bepalingen inzake het personeel en materieel toepassingsgebied bedoeld in hoofdstuk 1 van titel 2. Deze opdrachten kunnen tot stand komen via een aanvaarde factuur.


Het KB plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18 april 2017

  • Artikel 124: Voor de in hoofdstuk 7 van titel 2 van de wet bedoelde overheidsopdrachten van beperkte waarde plaatst de aanbestedende overheid zijn opdracht na raadpleging, indien mogelijk, van de voorwaarden van meerdere ondernemers maar zonder dat om de indiening van offertes moet worden verzocht. Het bewijs van die raadpleging moet door de aanbestedende overheid geleverd kunnen worden.


De Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen van 29 juli 1991.

De Wet betreffende de openbaarheid van bestuur, van 11 april 1994.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3.

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist:

Artikel 1

Vaststelling van de bepalingen inzake het advies en visum van de financieel directeur

§ 1. Advies

1° Voorafgaand aan het nemen van een beslissing tot financiële verbintenis voor alle visumplichtige dossiers, kan aan de financieel directeur een advies worden gevraagd. De adviesvraag wordt gesteld en het advies wordt verleend via het notulensysteem of via e-mail. Aan de financieel directeur wordt een dossier ter beschikking gesteld dat alle documenten en stukken bevat die van nut zijn voor de adviesverstrekking.

2° Het advies kan bestaan uit een financieel beleidsadvies, een advies over de kredietcontrole en een advies over de wettigheid en de regelmatigheid.

Het financieel beleidsadvies bevat een oordeel over de specifieke financieringswijze, de impact op het meerjarenplan en een overzicht van de mogelijke financiële risico’s en aanbevelingen.

Het advies over de kredietcontrole bevat een uitspraak over de beschikbaarheid van kredieten.

Onder het advies over de wettigheid en de regelmatigheid wordt verstaan een gunstig of ongunstig advies over de wettigheid en de regelmatigheid van de voorgenomen financiële verbintenis.

3° In het geval dat de aan de verbintenis verbonden uitgaven hoger zijn dan het grensbedrag waarbinnen beroep kan worden op het systeem van de aanvaarde factuur en de financiële verbintenis betrekking heeft op een overheidsopdracht, kan voor het bepalen van de gunningswijze en de aannemingsvoorwaarden een advies worden gevraagd aan de financieel directeur voordat het dossier wordt opgenomen op de agenda van het vast bureau of de raad voor maatschappelijk welzijn.

Het advies van de financieel directeur kan aan het dossier worden toegevoegd.

4° Er wordt altijd een beleidsadvies gevraagd bij de opmaak van een retributie-, subsidie, of belastingreglement en voor alle verbintenissen m.b.t. daden van beschikking voordat deze op de agenda van het bevoegd orgaan wordt geagendeerd.

5° De financieel directeur zal in overleg met de betrokken dienst de wenselijke termijn voor het aanleveren van beleidsadvies bepalen. De financieel directeur streeft er naar om zijn advies over kredietcontrole en over de wettigheid en de regelmatigheid onverwijld te geven binnen een termijn die in overleg met de betrokken dienst wordt bepaald. Indien het dossier onvolledig is of de financieel directeur het nodig acht om extra informatie op te vragen i.f.v. een correcte adviesverlening, wordt deze termijn gestuit tot de gevraagde stukken of informatie aan de financieel directeur werden aangeleverd.

§2. Visum

1° Voorafgaand aan het nemen van beslissingen en het aangaan van verbintenissen met budgettaire en financiële impact staat de financieel directeur in voor de krediet- en wetmatigheidscontrole, het visum. De visumverlening verloopt via het notulensysteem. Bij elke visumaanvraag wordt aan de financieel directeur een dossier ter beschikking gesteld dat alle documenten en stukken bevat die nuttig en nodig zijn voor het verlenen van een visum (hiervoor worden afspraken vastgelegd tussen de betrokken dienst en de financieel directeur). Indien de financieel directeur oordeelt dat het dossier onvolledig is, deelt hij dit mee aan de betrokken dienst.

2° De procedure om de wettelijkheid, de regelmatigheid en de beschikbaarheid van kredieten te verzekeren van uitgaven die van de visumplicht zijn uitgesloten, wordt expliciet vastgelegd in het organisatiebeheersingssysteem.

3° In het geval dat de aan de verbintenis verbonden uitgaven hoger zijn dan het grensbedrag waarbinnen beroep kan worden op het systeem van de aanvaarde factuur en de financiële verbintenis betrekking heeft op een overheidsopdracht, wordt het visum aan de financieel directeur gevraagd voordat het bevoegd orgaan een beslissing neemt betreffende de gunning van de opdracht.

Het visum of de weigering ervan wordt aan het dossier toegevoegd.

4° In het geval dat de aan de verbintenis verbonden uitgaven hoger zijn dan 30.000 euro excl. BTW en de financiële verbintenis geen betrekking heeft op een overheidsopdracht, wordt het visum van de financieel directeur gevraagd voor het dossier wordt opgenomen op de agenda van het bevoegd orgaan.

Het visum of de weigering ervan wordt aan het dossier toegevoegd.

Artikel 2

Vrijstelling van voorafgaandelijk visum

De raad voor maatschappelijk welzijn sluit alle financiële verbintenissen uit van de visumverplichting, met uitzondering van:

  1. de aanstelling van statutaire personeelsleden;
  2. de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;
  3. de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van 6 maanden of meer. Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling;
  4. de aanstelling van contractuele personeelsleden met een vervangingscontract;
  5. de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan 30.000 euro (excl. BTW);
  6. de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan 15.000 euro (excl. BTW);
  7. de investeringssubsidies;
  8. de meerwerken bij overheidsopdrachtendossiers (cfr. KB uitvoering van 14.01.2013), ongeacht het bedrag;
  9. de specifieke toegestane werkingstoelagen o.b.v. een reglement;
  10. de op te nemen leningen;
  11. de toegestane leningen;
  12. de huurovereenkomsten;
  13. de verwerving van financieel vaste activa

Artikel 3

Voor visumplichtige dossiers moet een oordeel over het visum toegekend worden vóór het dossier op de agenda van het bevoegd orgaan wordt geagendeerd.

Artikel 4

Wijze waarop het voorafgaand visum wordt aangevraagd

De dossierbeheerder maakt een ontwerpbeslissing in het notulensysteem, met vermelding van de financiële impact. Indien de ontwerpbeslissing betrekking heeft op een financiële verbintenis, die niet vrijgesteld is van de visumverplichting, zie artikel 2, vraagt de dossierbeheerder een voorafgaand visum aan via het notulensysteem. De dossierverantwoordelijke dient het volledig dossier dat alle documenten bevat die nodig en nuttig zijn voor het verlenen van een voorafgaand visum met betrekking tot respectievelijk de gunning van een overheidsopdracht, de aanstelling of bevordering van personeel, de toekenning van toelagen, huurcontracten, e.a. ter beschikking te stellen van de financieel directeur.


De ontwerpbeslissing moet de financieel directeur in staat stellen de kredietcontrole uit te oefenen.

* De ontwerpbeslissing (gunningsbeslissing, toekenningsbeslissing, huur, ...) vermeldt de voorgenomen financiële verbintenis, het/de ramingsnummer(s), het bedrag van de voorgenomen uitgave(n), het vastleggingsummer en de gegevens van de begunstigde van de uitgave (naam, adres, ondernemingsnummer).

* De aanstellingsbeslissing vermeldt de naam, adres, geboortedatum en de functie van de werknemer, het verloningsniveau van de functie, tewerkstellingsverband (contractueel/statutair), tewerkstellinsgbreuk, dienst van tewerkstelling, datum en duur van indiensttreding en de geraamde financiële impact.

* De ontwerpbeslissing bij vaste benoeming of bevordering vermeldt tevens of er een proeftijd gepresteerd werd conform de voorschriften van het statuut en of de evaluatie van de proeftijd positief was.

 

De aanvullende bewijsstukken moeten de financieel directeur in staat stellen de wetmatigheidscontrole uit te oefenen

* voor exploitatie- en investeringsuitgaven die voortspruiten uit overheidsopdrachten moet het gunningsdossier toegevoegd worden. De stukken van het gunningsdossier dienen steeds ter beschikking gesteld te worden aan de financieel directeur. De samenstelling van een gunningsdossier wordt vastgelegd door een afsprakennota tussen de betrokken dienst en de financieel directeur.

* voor werkings- en investeringstoelagen moet minstens het subsidiereglement en de verantwoordingsstukken toegevoegd worden.

* voor huuruitgaven moet minstens het contract worden toegevoegd.

* voor personeelsuitgaven (aanwervingen/bevorderingen) worden de stukken van het aanwervingsdossier steeds ter beschikking gesteld aan de financieel directeur. De samenstelling van een dossier wordt vastgelegd door een afsprakennota tussen de betrokken dienst en de financieel directeur.

 

De financieel directeur kan te allen tijde bijkomende documenten of informatie opvragen voor zover hij dit noodzakelijk vindt om een beslissing inzake het visum te geven.

Artikel 5

Termijn voor het geven van het voorafgaand visum

De financieel directeur zal binnen een termijn van 8 werkdagen na datum ontvangst van het volledig dossier een uitspraak doen over het visum. Indien de financieel directeur oordeelt dat het dossier onvolledig is of het nodig acht om extra informatie op te vragen i.f.v. een correcte visumverlening, zal hij dit binnen de termijn van 8 werkdagen na datum ontvangst van het dossier via e-mail meedelen aan de dossierbeheerder. In dit geval zal hij een nieuwe deadline bepalen in overleg met de dossierbeheerder en wordt de termijn gestuit tot aan die datum op voorwaarde dat de gevraagde stukken tijdig aan de financieel directeur werden aangeleverd.

Indien uit het onderzoek van de financieel directeur de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt en indien er voldoende goedgekeurde kredieten zijn, kan een voorafgaand visum worden verleend. Indien het voorafgaand visum niet kan worden verleend, wordt dit door de financieel directeur gemotiveerd. De weigering van het visum wordt via het notulensysteem overgemaakt aan de dossierbeheerder en de algemeen directeur. De dossierbeheerder plaatst de weigering van het voorafgaand visum op de agenda van het vast bureau.

Als de financieel directeur, bij gemotiveerde beslissing, aan een voorgenomen verbintenis, weigert een visum te verlenen, kan het vast bureau, conform artikel 267 van het decreet over het lokaal bestuur, op eigen verantwoordelijkheid viseren. In dat geval brengt het vast bureau de gemotiveerde beslissing van de financieel directeur, samen met zijn eigen beslissing, ter kennis van de raad voor maatschappelijk welzijn. Pas na deze kennisname kan de verbintenis aangegaan worden.

De financieel directeur kan ook een visum onder voorwaarden geven. Hij zal dit duidelijk motiveren en omschrijven op welke wijze en wanneer aan de voorwaarden dient voldaan te zijn.

Artikel 6

Rapportering

De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid minstens éénmaal per jaar aan de raad over de uitvoering van zijn taak van voorafgaande controle van de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen. Hij stelt tegelijkertijd een afschrift van dat rapport ter beschikking van het uitvoerend bestuursorgaan en de algemeen directeur.

Artikel 7

Dit besluit vervangt artikel 3 van het besluit "Definitie begrip 'dagelijks bestuur' en vrijstelling voorafgaand visum - Goedkeuring" van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 februari 2019 en treedt in werking vanaf 1 juli 2022.