Voorzitter Maurice Van Hemelen opent de vergadering en verontschuldigt raadsleden Nancy Van Hoof en Myriam Valgaeren.
Voorzitter Van Hemelen verzoekt de raad een minuut stilte in acht te nemen, ter nagedachtenis van de heer Jos Dupré, ere-burgemeester van onze gemeente en gewezen minister en volksvertegenwoordiger. De voorzitter schetst zijn politieke loopbaan en zijn inzet voor de gemeente en de Kempen.
Voorzitter Maurice Van Hemelen heet iedereen welkom, ook het publiek dat thuis de vergadering volgt, en opent de vergadering met de vraag om de agenda aan te passen waarbij punt 12 "toelichting van het mobiliteitsplan", door de medewerkers van de provincie Antwerpen, na de agendapunten 1 en 2 wordt behandelt. Hij vermeldt tevens dat dit agendapunt vermeldt dat dit punt een goedkeuring behoeft, terwijl dit agendapunt een bespreking betreft.
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 15 november 2021 worden goedgekeurd.
Artikel 134, §1, N.Gem.W. “In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.”.
De gemeenteraad bekrachtigt het burgemeestersbesluit van 25 november 2021 'Politieverordening - gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 13 december 2021 gaan digitaal door wegens de covid-19 crisis'.
Schepen Kristof Welters geeft toelichting aan het agendapunt en heet Tina Caers en Mathias de Beucker van de dienst mobiliteit van de provincie Antwerpen welkom die de toelichting zullen verzorgen.
Mevrouw Tina Caers en de heer Mathias de Beucker lichten de Mobiliteitsstudie toe aan de hand van een PowerPoint presentatie.
Verschillende raadsleden namen deel aan de bespreking, waarvan het overzicht van de gestelde vragen en antwoorden wordt toegevoegd.
Schepen Kristof Welters zegt dat het nu de bedoeling is dat in een extra college de fiche wordt ingevuld, met aandacht voor de oostelijke ontsluiting, de korte termijn aandachtspunten, de spoedige afstemming met de buurgemeenten om tot een consensus te komen in functie van een zo groot mogelijke spreiding.
Raadslid Frans De Cock zegt dat het gaat over bovenlokale maatregelen. Misschien toch ook nog aanvoerroutes en wegrijroutes spreiden als nog een bijkomende maatregel en het conflictvrij maken van het verkeer.
Raadslid Katrijn van Riet zegt heel blij te zijn dat de toelichting werd gegeven en het een bespreking is geworden. Zij vraagt of dit in een extra gemeenteraad, speciaal rond mobiliteit, kan worden besproken, en de scenario's naast elkaar gelegd kunnen worden.
Burgemeester Guy Van Hirtum antwoordt dat dit gebonden is aan een speciale timing. Er is wel gebleken dat iedereen met dezelfde bekommernissen zit. De fiche zal worden ingevuld volgens de vooropgestelde timing, maar niets belet om dit tijdens een volgende gemeenteraad terug te agenderen en te bespreken.
De voorzitter besluit de bespreking. Er wordt niet gestemd.
De gemeenteraad wordt in kennis gesteld van de scenario’s die toegelicht zijn in de stuurgroep van 30 juni 2021 en die in de ambtelijke werkgroep 8 september 2021 besproken zijn.
In de ambtelijke werkgroep konden vragen gesteld worden bij eventuele onduidelijkheden over de doorrekeningen met het verkeersmodel VVR Kempen. Het verkeersmodel is vooral gericht op (vracht)auto verkeer. In de werkgroep werd toegelicht wat de scenario’s kunnen betekenen voor het openbaar vervoer netwerk en het fietsnetwerk.
De ambtelijke werkgroep over de scenario’s diende eveneens als input voor de opbouw van de scenario’s voor het regionaal mobiliteitsplan vervoerregio Kempen. dMOW, AWV en De Lijn waren eveneens aanwezig.
De scenario’s zijn omschreven in de Conceptnota. De resultaten van de doorrekeningen met het verkeersmodel Kempen zijn omschreven in het Evaluatierapport. Er is ook een begeleidende nota waarin omschreven is hoe de technische figuren van het verkeersmodel geïnterpreteerd moeten worden. Deze nota’s zijn als bijlagen bij deze kennisgeving toegevoegd.
In de mobiliteitsstudie Zuiderkempen heeft men aan de hand van scenario onderzoek en met behulp van het regionaal verkeersmodel Kempen inzichten verkregen in welke oplossingen kunnen bijdragen om de verkeersnetwerken in de Zuiderkempen te optimaliseren. Een korte omschrijving van de scenario’s voor de Zuiderkempen en de resultaten van de doorrekening met het regionaal verkeersmodel Kempen worden gerapporteerd.
Er is een referentie scenario waarbij het verkeermodel de verwachtingen weergeeft in 2030 over de mobiliteit in de Zuiderkempen. Vervolgens zijn er 4 scenario’s uitgewerkt die wijzigingen aan het verkeersnetwerk brengen. Daarnaast is er ook nog een openbaar vervoer scenario doorgerekend met 4 varianten op de as Herentals-Aarschot. Vervolgens zijn er ook nog 4 ruimtelijke scenario’s uitgewerkt voor bedrijventerrein Hulshout-Heultje.
Dienst mobiliteit van Provincie Antwerpen, coördinator van de mobiliteitsstudie Zuiderkempen, licht de verschillende scenario's toe aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad neemt kennis van de stand van zaken en toelichting van de verschillende scenario's en hun mobiliteitseffecten die met het verkeersmodel vervoerregio Kempen zijn doorgerekend.
De gemeenteraad neemt kennis van de conceptnota en het evaluatierapport van mobiliteitsstudie Zuiderkempen.
De gemeenteraad neemt kennis van de ruimtelijke scenario’s voor het bedrijventerrein Hulshout-Heultje.
De gemeenteraad bespreekt de invulfiche 'visie Zuiderkempen' en geeft aan welke maatregelen voor gemeente Westerlo belangrijk zijn om de doelstellingen binnen studie Zuiderkempen te behalen.
De gemeenteraad hecht, op basis van de bekomen documenten en de toelichtende nota, goedkeuring aan de agendapunten van de algemene vergadering van Cipal van 16 december 2021, zoals overgemaakt per e-mail d.d. 4 november 2021.
De volmachtdrager wordt gemandateerd om conform dit besluit te handelen en te beslissen op deze algemene vergadering. Indien deze algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de vertegenwoordiger van de gemeente gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavig besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Cipal.
Voorzitter Maurice Van Hemelen licht het agendapunt toe en zegt dat het voorstel is om schepen Kristof Welters aan te duiden als vertegenwoordiger.
Argumentatie VZW De Kringwinkel:
Met deze bestuursvernieuwing komen we in een nieuwe levensfase van onze organisatie. Onze organisatie is ontstaan uit een fusie van drie kleinere kringloopcentra in 2006. We willen ons bestuur aanpassen aan de noden die we vandaag voelen: we willen onze stakeholders (lokale besturen, vrijwilligers) een plaats geven in het bestuur van onze organisatie. We willen dit bestuur verder aanvullen met deskundigen die vanuit een bepaalde expertise onze organisatie kunnen versterken. Daarmee willen we komen tot een kleiner maar slagvaardig bestuursorgaan.
Tenslotte willen we ook de vertegenwoordiging en de bevoegdheden van het management verduidelijken binnen en buiten de organisatie.
De gemeenteraad neemt kennis van de bestuursvernieuwing en hecht goedkeuring aan de nieuwe statuten.
De gemeenteraad duidt schepen Kristof Welters aan als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van vzw de Kringwinkel Zuiderkempen en vzw Milieu en werk.
Voorzitter Maurice Van Hemelen licht het agendapunt toe.
Raadslid Frans De Cock zegt hierbij een amendement te willen indienen, met name: Voorstel tot verlaging van het tarief van de belasting op drijfkracht met 10 % (10% korting op 19,83 euro per kW) en het voorstel tot een verhoging van de vrijstelling voor de eerste 10 kW. Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025.
Schepen Filip Verrezen antwoordt dat dit agendapunt nu terug voor ligt aan de gemeenteraad omdat er binnen het Kroonplan een tegemoetkoming werd gedaan. Alle andere retributiereglementen zijn goedgekeurd tot 2025. Over de belasting op drijfkracht zijn er wel wat opmerkingen vanwege VOKA. Een aantal gemeenten hebben deze belasting afgeschaft en alternatieven ingevoerd. Schepen Verrezen zegt dat dit niet altijd tot gewenste resultaten heeft geleid en voegt er aan toe dat er voor geopteerd wordt om het reglement nog te behouden voor deze legislatuur. Wegens Corona werd voor 2020 een behoorlijke korting toegestaan. De vrijstelling en het tarief lijkt toch billijk en is al enige tijd niet geïndexeerd.
De raad gaat over tot stemming van het amendement.
Amendement : Voorstel tot verlaging van het tarief van de belasting op drijfkracht met 10 % (10% korting op 19,83 euro per kW) en het voorstel tot een verhoging van de vrijstelling voor de eerste 10 kW. Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 – Goedkeuring
Afgekeurd door de gemeenteraad met
Het huidige belastingreglement vervalt op 31 december 2021 en dient te worden hernieuwd. Na de eenmalige korting van 25 % in 2021 wordt het tarief terug vastgesteld op 19,83 euro per kilowatt.
De gemeenteraad keurt het belastingreglement op drijfkracht van motoren voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 goed.
Het huidige retributiereglement vervalt op 31 december 2021 en dient te worden hernieuwd. Er wordt voorgesteld om dit reglement, zonder wijzigingen, te verlengen met 4 jaar.
De gemeenteraad keurt het retributiereglement op het afmaaien van sportterreinen voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 goed.
Aan Westerlo wordt een bijdrage gevraagd van 2.149.362,00 euro.
Voor de buitengewone dienst wordt een bijdrage gevraagd aan Westelo van 371.770,00 euro voor de financiering van noodzakelijke investeringen.
De wet op de geïntegreerde politie van 7 december 1998 die in artikel 40 stelt dat de begroting van de meergemeentezone ten laste komt van de verschillende gemeenten van de zone en de federale staat. Elke gemeenteraad stemt de dotatie die aan het interlokaal politiekorps moet worden toegekend.
Het Koninklijk Besluit van 16 november 2001 die de nadere regels bepaalt over de berekening en verdeling van de gemeentelijke dotaties.
De gemeenteraad keurt de toelage van de gemeente Westerlo aan de intergemeentelijke politiezone Zuiderkempen voor dienstjaar 2022 goed voor een bedrag van 2.149.362,00 euro voor de tekorten op de gewone dienst en 371.770,00 euro voor de tekorten op de buitengewone dienst.
Deze bedragen werden opgenomen in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 versie kredieten 2021 & 2022 van de gemeente Westerlo.
Voorzitter Maurice Van Hemelen schorst na dit agendapunt de gemeenteraad om vervolgens de raad voor maatschappelijk welzijn te behandelen.
De prijssubsidie zal op alle tarieven van Sportpark De Beeltjens aangerekend worden. De Raad van Bestuur van AGB Westerlo vraagt de gemeente Westerlo prijssubsidies toe te kennen aan AGB Westerlo om economisch rendabel te kunnen zijn zonder dat de klant nadeel ondervindt via een prijsverhoging van de tarieven. Het toekennen van de prijssubsidies kan op basis van het bijgevoegde prijssubsidiereglement.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement voor AGB Westerlo goed. Het prijssubsidiereglement bepaalt de modaliteiten voor de uitkering van prijssubsidies door de gemeente Westerlo aan AGB Westerlo.
De gevraagde prijssubsidies werden in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 versie kredieten 2021 & 2022 van de gemeente opgenomen.
Schepen Filip Verrezen licht het agendapunt toe en verduidelijkt de inspanningen in verband met de sportinfrastructuur en omgeving, de verfraaiing van de sporthal en de aanleg van een glijbaan.
Raadslid Katrijn van Riet dankt ook voor dit werkstuk de financiële dienst. Zij merkt op dat bij de risico's nergens wordt gesproken over de stijgende energiekost, wat toch een groot risico lijkt te zijn. Er werd ook een suggestie gedaan voor het verder delegeren van bevoegdheden. Zij zegt dat in dat geval de vergaderingen van de raad van bestuur nog maar weinig zin zouden hebben. Raadslid van Riet zegt dat haar fractie zich zal onthouden.
Raadslid Frans De Cock zegt zich aan te sluiten bij de bemerkingen en geeft aan dat ook zijn fractie zich zal onthouden.
Schepen Filip Verrezen antwoordt dat wat betreft de passage in verband met de delegatie van bevoegdheden duidelijk werd aangegeven in de vergadering van de raad van bestuur dat dit geenszins de intentie is. Wat betreft de energiekosten werden al heel wat inspanningen geleverd naar energiebesparing.
De lokale besturen die de beleids- en beheerscyclus toepassen, hebben in 2019 een meerjarenplan opgemaakt voor de periode van 2020 tot 2025. Dat meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties en actieplannen die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025 en de kredieten voor het boekjaar 2020. Omdat het vroegere jaarlijkse budget geïntegreerd is in het meerjarenplan moet het meerjarenplan jaarlijks worden aangepast om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. De voorgaande aanpassing van het meerjarenplan zorgde zo voor de autorisatie van de kredieten van 2021. Dat betekent nu ook dat het bestuur het meerjarenplan zal moeten aanpassen om de ramingen uit het laatst goedgekeurde aangepast meerjarenplan te herzien en de kredieten voor 2022 vast te stellen. In dezelfde aanpassing kunnen ze ook nog de kredieten voor 2021 wijzigen.
De coronacrisis heeft de initiële meerjarenplanning fundamenteel doorkruist. Om de gevolgen van de coronacrisis mee te helpen opvangen, heeft het bestuur de voorbije periode heel wat acties ondernomen die niet in het initieel meerjarenplan waren ingeschreven. Veel van die acties zullen ook nog een vervolg krijgen in de komende jaren. Voor heel wat besturen zal dat leiden tot nieuwe of bijgestuurde (prioritaire) doelstellingen en acties of actieplannen en tot een verschuiving in de tijd van sommige bestaande plannen. Uiteraard heeft de coronacrisis een belangrijke impact op de financiën van de lokale besturen. Enerzijds resulteren heel wat maatregelen in bijkomende uitgaven (bv. meeruitgaven voor onvoorziene uitgaven voor zorg en veiligheid van burgers en personeel, impulsen voor de lokale middenstand en horeca, de sport- en cultuurverenigingen, de ondersteuning van kwetsbare groepen) en terugvallende inkomsten (bv. terugvallende inkomsten uit belastingen en retributies, derving van inkomsten door schrapping van activiteiten). Anderzijds ontvangen de besturen belangrijke bijkomende subsidies van de federale en de Vlaamse overheid en kunnen bepaalde geplande uitgaven wegvallen (bv. voor de organisatie van geschrapte evenementen) of verschuiven ze in de tijd. Omdat de regelgeving de limitatieve kredieten op een hoog niveau definieert (het totaal van de exploitatieuitgaven en het totaal van de investeringsuitgaven) heeft het lokaal bestuur de ramingen intern kunnen herschikken zonder al onmiddellijk het meerjarenplan te moeten aanpassen. Al die bijsturingen door interne verschuivingen, bijkomende of weggevallen uitgaven, bijkomende of verminderde ontvangsten, moeten tot uiting komen in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025. Zo is de bespreking van het aangepaste meerjarenplan meteen ook een ideale gelegenheid om op een coherente manier naar de raad terug te koppelen over het geheel van de maatregelen die het bestuur genomen of gepland heeft en over de impact op het financieel evenwicht . Het belang van een goed doordachte aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 neemt daardoor nog toe.
Ten slotte wordt ook het resultaat van het boekjaar 2020 verwerkt bij deze aanpassing van het meerjarenplan.
Decreet lokaal bestuur
Artikel 41. (01/01/2019- ...)
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de
gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college
van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden
toevertrouwd:
21° het goedkeuren van het meerjarenplan en de aanpassingen ervan van een autonoom gemeentebedrijf;
Artikel 242.
(01/01/2020- ...)
De boekhouding wordt gevoerd onder de verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad van bestuur.
De raad van bestuur stelt het meerjarenplan en de aanpassingen ervan vast en legt ze ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.
De ramingen voor de exploitatie, de investeringen en de financiering in het eerste jaar van de financiële nota van het meerjarenplan omvatten ook de kredieten voor dat boekjaar.
De gemeenteraad keurt het aangepast meerjarenplan 2020-2025 versie kredieten 2021-2022 van het autonoom gemeentebedrijf Westerlo goed.
Het debat over dit agendapunt werd gevoerd tijdens de zitting dan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Schepen Kristof Welters zegt bij de ingediende amendementen de berekening te missen, zodat niet geweten is waarover precies gestemd wordt.
De raad gaat over tot stemming van de amendementen, waarbij over de amendementen 1 tot 6 gelijk gestemd werd.
Amendement: Heraanleg in asfalt (fluisterasfalt) Industrieweg, Jaak Lemmenslaan en Asberg, Koning Leopoldlaan, Hoog Heultje -Hulshoutsesteenweg, laatste deel van de Oude Zoerlebaan thv de gewestweg N152 , begin van Zoerleberg - Gravind de Merodestraat, Aanpassing MJP 2020-2025 - Kredieten 2021-2022 – Goedkeuring
Afgekeurd door de gemeenteraad met
Amendement: de opmaak van een inventaris van alle gemeentelijke gebouwen en gronden of een patrimonium-inventaris (van gemeente + OCMW). In dit patrimoniumplan is ook een globale visie vastgelegd rond het gebruik en het beheer van het patrimonium - Goedkeuring
Afgekeurd door de gemeenteraad met
Amendement: Flankerende en concrete maatregelen op korte termijn (in afwachting van de Mobiliteitsstudie Zuiderkempen en de uitvoering ervan) tot vermindering van het doorgaand zwaar vrachtverkeer door de dorpskernen, zoals in Heultje en Tongerlo, mede door een betere spreiding van het vrachtverkeer - Goedkeuring
Afgekeurd door de gemeenteraad met
Amendement: Een continue meting en monitoring van “fijnstof”, “stikstofdioxide” en CO2-uitstoot is belangrijk mbt het halen van de klimaatdoelstellingen. - Goedkeuring
Afgekeurd door de gemeenteraad met
Aansluitend stemt de raad over de aanpassing MJP 2020-2025
De lokale besturen die de beleids- en beheerscyclus toepassen, hebben in 2019 een meerjarenplan opgemaakt voor de periode van 2020 tot 2025. Dat meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties en actieplannen die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025 en de kredieten voor het boekjaar 2020.
Omdat het vroegere jaarlijkse budget geïntegreerd is in het meerjarenplan moet het meerjarenplan jaarlijks worden aangepast om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. De voorgaande aanpassing van het meerjarenplan zorgde zo voor de autorisatie van de kredieten van 2021. Dat betekent nu ook dat het bestuur het meerjarenplan zal moeten aanpassen om de ramingen uit het laatst goedgekeurde aangepast meerjarenplan te herzien en de kredieten voor 2022 vast te stellen. In dezelfde aanpassing kan men ook nog de kredieten voor 2021 wijzigen.
De coronacrisis heeft de initiële meerjarenplanning fundamenteel doorkruist. Om de gevolgen van de coronacrisis mee te helpen opvangen, heeft het bestuur de voorbije periode heel wat acties ondernomen die niet in het initieel meerjarenplan waren ingeschreven. Veel van die acties zullen ook nog een vervolg krijgen in de komende jaren. Voor heel wat besturen zal dat leiden tot nieuwe of bijgestuurde (prioritaire) doelstellingen en acties of actieplannen en tot een verschuiving in de tijd van sommige bestaande plannen.
Uiteraard heeft de coronacrisis een belangrijke impact op de financiën van de lokale besturen. Enerzijds resulteren heel wat maatregelen in bijkomende uitgaven (bv. meeruitgaven voor onvoorziene uitgaven voor zorg en veiligheid van burgers en personeel, impulsen voor de lokale middenstand en horeca, de sport- en cultuurverenigingen, de ondersteuning van kwetsbare groepen) en terugvallende inkomsten (bv. terugvallende inkomsten uit belastingen en retributies, derving van inkomsten door schrapping van activiteiten). Anderzijds ontvangen de besturen belangrijke bijkomende subsidies van de federale en de Vlaamse overheid en kunnen bepaalde geplande uitgaven wegvallen (bv. voor de organisatie van geschrapte evenementen) of verschuiven ze in de tijd.
Omdat de regelgeving de limitatieve kredieten op een hoog niveau definieert (het totaal van de exploitatieuitgaven en het totaal van de investeringsuitgaven) heeft het lokaal bestuur de ramingen intern kunnen herschikken zonder al onmiddellijk het meerjarenplan te moeten aanpassen. Al die bijsturingen door interne verschuivingen, bijkomende of weggevallen uitgaven, bijkomende of verminderde ontvangsten, moeten tot uiting komen in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025. Zo is de bespreking van het aangepaste meerjarenplan meteen ook een ideale gelegenheid om op een coherente manier naar de raad terug te koppelen over het geheel van de maatregelen die het bestuur genomen of gepland heeft en over de impact op het financieel evenwicht . Het belang van een goed doordachte aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 neemt daardoor nog toe.
Ten slotte wordt ook het resultaat van het boekjaar 2020 verwerkt bij deze aanpassing van het meerjarenplan.
Decreet lokaal bestuur
Artikel 249.
(01/01/2020- ...)
§ 1. De beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn zijn het
meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening.
De beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vormen een
geïntegreerd geheel.
§ 2. Elk ontwerp van beleidsrapport wordt op zijn minst veertien dagen voor de vergadering waarop het
wordt besproken aan ieder lid van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn bezorgd.
Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook
de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.
§ 3. De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen over hun deel van elk
beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de
gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn
goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk
welzijn niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de
eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.
§ 4. Elke raad stemt telkens over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport. In afwijking daarvan kan
elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst. In dat geval mag
de betrokken raad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke
stemming. Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden
gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad. Als de
andere raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die
raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.
Artikel 250.
(01/01/2019- ...)
Onmiddellijk na de definitieve vaststelling van een beleidsrapport bezorgt de gemeente de gegevens over
het vastgestelde beleidsrapport in digitale vorm aan de Vlaamse Regering.
Het vastgestelde beleidsrapport is pas uitvoerbaar als de digitale rapportering erover aan de Vlaamse
Regering is bezorgd.
Als er nog geen jaarrekening is vastgesteld op 30 juni van het jaar dat volgt op het boekjaar in kwestie
bezorgt de gemeente de gegevens over het ontwerp van jaarrekening in digitale vorm aan de Vlaamse
Regering.
Artikel 251.
(01/01/2020- ...)
In de beleidsrapporten wordt een onderscheid gemaakt tussen de exploitatie, de investeringen en de
financiering.
Artikel 252. (01/01/2019- ...)
Het boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.
Artikel 253.
01/01/2020- ...)
Elke gemeente en elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voeren een algemene en een
budgettaire boekhouding, aangepast aan de aard en de omvang van hun activiteiten.
Artikel 254.
(01/01/2020- ...)
Voor het einde van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen wordt een meerjarenplan
vastgesteld. Dat meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting.
Het meerjarenplan start in het tweede jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen en loopt af op het
einde van het jaar na de daaropvolgende gemeenteraadsverkiezingen.
Artikel 255.
(01/01/2020- ...)
In de strategische nota van het meerjarenplan worden de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties voor het
extern en intern te voeren beleid geïntegreerd weergegeven.
In de financiële nota van het meerjarenplan wordt de financiële vertaling van de beleidsopties van de
strategische nota weergegeven en wordt verduidelijkt hoe het financiële evenwicht wordt gehandhaafd.
De toelichting van het meerjarenplan bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van
meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen
nemen.
Artikel 256.
01/01/2020- ...)
De ramingen voor de exploitatie, de investeringen en de financiering in het eerste jaar van de financiële nota
van het meerjarenplan omvatten ook de kredieten voor de gemeente en de kredieten voor het openbaar
centrum voor maatschappelijk welzijn voor dat boekjaar.
Artikel 257. (01/01/2020- ...)
§ 1. Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen.
Als voor 1 januari van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen de kredieten voor dat boekjaar nog niet werden vastgesteld, worden, in afwijking van het eerste lid, op die datum de kredieten voor dat boekjaar automatisch vastgesteld op basis van de ramingen voor dat boekjaar in de financiële nota van het meerjarenplan.
Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
De periode van het meerjarenplan blijft altijd de periode, vermeld in artikel 254, tweede lid, maar de financiële nota beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren.
§ 2. Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.
Artikel 596. (01/01/2019- ...)
Op het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
zijn de volgende artikelen van toepassing, ook als dat meerjarenplan al vóór 1 januari 2020 wordt
vastgesteld:
1° artikel 249;
2° artikel 251;
3° artikel 253;
4° artikel 254;
5° artikel 255.
Op de aanpassingen van het meerjarenplan, de budgetten en de budgetwijzigingen van de gemeenten en
de openbare centra voor maatschappelijk welzijn is vanaf 1 januari 2019 artikel 249, § 3, van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 597. (01/01/2019- ...)
§ 1. De Vlaamse Regering kan, op voorwaarde dat zowel de gemeenteraad als de raad voor
maatschappelijk welzijn dat vraagt, de volgende artikelen al op 1 januari 2019 in werking laten treden bij
bepaalde gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn:
1° artikel 249;
2° artikel 251;
3° artikel 253;
4° artikel 254;
5° artikel 255;
6° artikel 256;
7° artikel 257;
8° artikel 258;
9° artikel 263;
10° artikel 368, wat betreft de toepassing van artikel 249, 251, 253 tot en met 258 en 263.
Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018.
Hoofdstuk 2 en in het bijzonder:
Artikel 14. (01/01/2020- ...)
Een aanpassing van het meerjarenplan bevat al de volgende onderdelen:
1° in voorkomend geval, de wijzigingen van de strategische nota;
2° het aangepaste financiele doelstellingenplan;
3° de aangepaste staat van het financieel evenwicht;
4° het aangepaste overzicht van de kredieten;
5° een aangepaste toelichting;
6° een motivering van de wijzigingen.
De periode van de aanpassing van het meerjarenplan blijft altijd de periode, vermeld in artikel 254, tweede lid, van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, maar de staat van het financieel evenwicht, vermeld in het eerste lid, 3°, beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren.
Het aangepaste overzicht van de kredieten bevat de kredieten voor het volgende boekjaar, voor het lopende boekjaar, of voor beide.
Artikel 15. (01/01/2020- ...)
Een aanpassing van het meerjarenplan mag er niet toe leiden dat het nieuwe krediet of de nieuwe ramingen lager zijn dan de transacties die zijn vastgelegd met toepassing van artikel 85, paragraaf 1, en artikel 97.
Artikel 16. (01/01/2020- ...)
Het meerjarenplan en de aanpassingen ervan zijn in evenwicht als al de volgende voorwaarden vervuld zijn:
1° het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is per boekjaar groter dan of gelijk aan nul;
2° de geraamde autofinancieringsmarge van het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan, vermeld in artikel 254, tweede lid, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, is groter dan of gelijk aan nul.
Het financieel evenwicht kan alleen worden aangetoond als de jaarrekening van het voorlaatste boekjaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de kredieten worden vastgesteld, vastgesteld is door de raad en verwerkt in het meerjarenplan. De minister kan een bestuur toestaan daarvan af te wijken.
Het financieel evenwicht van een aanpassing van het meerjarenplan waarbij de kredieten voor het lopende boekjaar worden gewijzigd, kan alleen worden aangetoond als de jaarrekening van het boekjaar dat voorafgaat aan het lopende boekjaar, is vastgesteld door de raad en verwerkt in het meerjarenplan. De minister kan een bestuur toestaan daarvan af te wijken.
De gemeenteraad stelt het deel van de gemeente in het aangepast meerjarenplan 2020-2025 versie kredieten 2021-2022 vast.
De gemeenteraad keurt het deel van het OCMW in het aangepast meerjarenplan 2020-2025 versie kredieten 2021-2022 goed
De gemeenteraad keurt het aangepast meerjarenplan 2020-2025 versie kredieten 2021-2022 in zijn geheel goed
Door het nemen van deze verkeersmaatregelen zal de verkeersveiligheid en -leefbaarheid voor alle weggebruikers en in het bijzonder voor de zwakke weggebruikers, op bovenvermelde plaatsen verhogen. Juridische grond De koninklijke besluiten van 16 maart 1968 en 1 december 1975 over de politie van het wegverkeer zijn van toepassing samen met het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 en het ministerieel rondschrijven van 7 mei 1999 over de plaatsing van de verkeerstekens. Wat betreft aanvullende reglementen, moet er sinds 1 mei 2019 voldaan worden aan de publicatie- en meldingsplicht overeenkomstig het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeentraad besluit om aan onderstaande artikelen van het gecoördineerd politiereglement van 2 april 1990 het volgende toe te voegen of te wijzigen: