De Vlaamse Overheid wenst met de vorming van de woonmaatschappij de dienstverlening te verhogen, de complementaire werking van het sociaal verhuurkantoor en de sociale huisvestingsmaatschappij te verenigen, de transparantie te verhogen en de regierol van het lokaal bestuur te laten primeren en de lokale betrokkenheid en zeggenschap te waarborgen;
Met het voorliggende voorstel van afbakening ontstaat een geografisch aaneengesloten werkingsgebied binnen de referentieregio Kempen met 4.571 sociale huurwoningen van de sociale huisvestingsmaatschappijen, exclusief 265 woningen die op de private markt worden ingehuurd door de huidige SVK's (data van 31 december 2020) en bijgevolg de minimale grens van 1.000 sociale huurwoningen overschrijdt;
Uit het bijgevoegde aanvraagformulier en diverse verslagen wordt aangegeven dat voldaan wordt aan de vooropgestelde Vlaamse criteria tot consensus onder de betrokken actoren betreffende het voorliggende voorstel tot afbakening van werkingsgebied;
De betrokken 11 lokale besturen uit Neteland en Zuiderkempen kiezen samen voor één grote woonactor met een sterke organisatie en een heel lokale en toegankelijke dienstverlening waarin de huurmaatschappijen Zonnige Kempen, De Woonbrug en Geelse huisvesting en koopmaatschappijen Kleine Landeigendom Zuiderkempen en de sociale verhuurkantoren SVK Zuiderkempen en SVK ISOM, worden samengebracht in één sterke woonactor met name de woonmaatschappij Neteland-Zuiderkempen.
De maatschappelijke uitdagingen rond sociaal wonen zijn enorm, meer bepaald groeien de wachtlijsten voor sociale woningen sterk, is de nood aan extra woningen groot, en de renovatie en het klimaatbestendig maken van het bestaande patrimonium urgent.
De ambities van de woonmaatschappij zijn daarom groot, met name door het ruimtelijk investeren in (vernieuw)bouw van woningen, in renoveren en verduurzamen van het woningaanbod, in wijk- en buurtontwikkeling en hierbij zoeken naar innovatieve woonvormen maar ook door het creëren van een sterke vervlechting van het woonbeleid met het sociaal beleid door in te zetten op algemeen welzijn, armoedebestrijding en de beschikbaarheid van voldoende en kwalitatieve sociale woningen, wachtlijsten aanpakken, activering en gelijke kansen voor iedere inwoner enzovoort en tot slot door het werken aan een sterke organisatie die met veel expertise een heel nabije en toegankelijke dienstverlening nog dichter bij de gemeente en haar inwoners brengt en dit met continu de blik op de belangrijkste stakeholders (de eigen) inwoners zelf, de (kandidaat)-huurders, -kopers en ontleners.
De regelgeving schrijft voor dat de lokale besturen die samen het werkingsgebied vormen over minimaal 50%+1 van de stemrechten beschikken. Dat de overige stemrechten (maximaal 50%-1) worden verdeeld over de publieke, Vlaams Gewest en Provincie en private aandeelhouders. Dat de gemeenten gevraagd worden om bij hun voorstel tot afbakening van de toekomstige woonmaatschappij ook reeds in te gaan op de verdeling van de stemrechten tussen de betrokken lokale besturen en dit op basis van objectieve criteria in functie van het lokale woonbeleid. Dat onder de betrokken lokale besturen en woonactoren consensus is om het aantal sociale huurwoningen en het aantal huishoudens te hanteren als objectieve criteria, volgens een 50%-50% verhouding en om de stemmenverdeling bij de start en halfweg de legislatuur te actualiseren, zoals opgenomen in het aanvraagformulier in bijlage.
Vanuit de betrokken lokale besturen en woonactoren werd een visietekst uitgeschreven met betrekking tot de gemeenschappelijke principes voor de toekomstige woonmaatschappij die minimaal nagestreefd zullen worden, om te worden toegelicht en gedebatteerd in de gemeenteraad.
Vanuit het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Westerlo worden geen bezwaren geformuleerd naar het werkingsgebied met 11 gemeenten.
Westerlo neemt evenwel akte van het voorgestelde bestuursmodel, maar vraagt expliciet dat het lokaal woonoverleg de motor kan blijven en ziet dit ook graag uitgeschreven in het bestuursmodel.
De bevoegdheden zoals opgenomen voor de zonecomités moeten ook van toepassing kunnen zijn op lokaal niveau, te verstaan als het lokaal woonoverleg, het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau, dan wel gemeenteraad.
Het college denkt daarbij aan volgende niet limitatieve lijst van bevoegdheden:
• Lokale operationele beslissings- en uitvoeringsbevoegdheid;
• Planning en opvolging van bouwprojecten en inhuring van private woningen;
• Inbreng vanuit het lokale bestuur in beleid en strategie woonmaatschappij;
• Lokale communicatie over beleid woonmaatschappijen;
• Organisatie zonekantoor met aanwezigheid van front-office medewerkers en loketfunctie voor huurder, koper en ontlener;
• Afstemming met lokaal woonbeleid;
• Afstemming met lokaal sociaal en welzijnsbeleid;
• Afstemming met lokaal ruimtelijke beleid;
• Buurtbemiddeling.
Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur, bijzonder artikel 40 ev;
Decreet houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, zoals bekrachtigd en afgekondigd door de Vlaamse Regering op 09/07/2021 (B.S. 10/09/2021), waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd;
Schrijven Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed van 23 oktober 2020 en 18 maart 2021 aan alle burgemeesters om een voorstel van werkingsgebied voor de woonmaatschappijen in te dienen tegen 31 oktober 2021.
De raadsleden keuren de vorming van één woonmaatschappij onder de naam Neteland-Zuiderkempen en de aansluiting van Westerlo bij het werkingsgebied met volgende 10 gemeenten; Geel, Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Herselt, Hulshout, Laakdal, Meerhout, Olen en Vorselaar, goed.
De raadsleden nemen kennis van de startnota "Woonmaatschappij Neteland-Zuiderkempen Motivering, ambitie & governance model" . Het ontbreken van bezwaren naar het werkingsgebied met 11 gemeenten door het college en het hiernavolgend advies;
"Het college van burgemeester en schepenen neemt evenwel akte van het voorgestelde bestuursmodel, maar vraagt expliciet dat het lokaal woonoverleg de motor kan blijven en wenst dit uitgeschreven te zien in het bestuursmodel.
De bevoegdheden, zoals opgenomen voor de zonecomités, moeten ook van toepassing zijn op lokaal niveau, te verstaan als het lokaal woonoverleg, het college van burgemeester en schepenen en vast bureau, dan wel de gemeenteraad.
Het college denkt daarbij aan volgende, niet limitatieve, lijst van bevoegdheden:
• Lokale operationele beslissings- en uitvoeringsbevoegdheid;
• Planning en opvolging van bouwprojecten en inhuring van private woningen;
• Inbreng vanuit het lokale bestuur in beleid en strategie woonmaatschappij;
• Lokale communicatie over beleid woonmaatschappijen;
• Organisatie zonekantoor met aanwezigheid van front-office medewerkers en loketfunctie voor huurder, koper en ontlener;
• Afstemming met lokaal woonbeleid;
• Afstemming met lokaal sociaal en welzijnsbeleid;
• Afstemming met lokaal ruimtelijke beleid;
• Buurtbemiddeling."
De raadsleden nemen kennis van de geformuleerde adviezen van alle woonactoren, opgenomen in het verslag van bovenlokaal woonoverleg van 20 september 2021.
De raadsleden gaan akkoord om het aantal sociale huurwoningen en het aantal huishoudens per gemeente te hanteren als objectieve criteria voor de stemrechtenverdeling tussen de betrokken gemeenten in de Algemene Vergadering en dit in een 50%-50% verhouding. De stemrechtenverdeling zal worden geactualiseerd bij het begin en halfweg de legislatuur. De gemeente zal deze afspraken van stemrechtenverdeling opnemen in het aanvraagformulier.
De raadsleden nemen kennis dat huidig voorstel van werkingsgebied en stemmenverdeling aan de hogere overheid zal overgemaakt worden via woonmaatschappij@vmsw.be, samen met het aanvraagformulier en het verslag van het bovenlokaal woonoverleg van 20 september 2021.
Deze beslissing wordt eveneens ter kennis gebracht van de provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 en volgende van het decreet lokaal bestuur.