De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 17 mei 2021 worden goedgekeurd.
Artikel 134, §1, N.Gem.W. “In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.”.
De gemeenteraad bekrachtigt het burgemeestersbesluit van 31 mei 2021 'Politieverordening - gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 21 juni 2021 gaan digitaal door wegens de covid-19 crisis'.
De gemeenteraad neemt kennis van de nieuwe principes ivm de mandatenlijsten en vermogensaangiften.
De verdeelsleutel moet door alle gemeenteraden goedgekeurd zijn. Indien een gemeenteraad de verdeelsleutel niet goedkeurt, zal de gouverneur een beslissing nemen.
Wet 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 68.
KB van 23/08/2014 houdende vaststelling van de inventaris- en schattingsregels van de roerende en onroerende goederen van de gemeenten aangewend voor de uitvoering van de opdrachten van de brandweerdiensten.
Voorstel verdeelsleutel komt overeen met de bepalingen zoals gesteld door de Koning.
De gemeenteraad keurt volgende financiële verdeelsleutel voor 2022 goed als volgt:
Gemeente | % 2022 |
Geel | 22,09% |
Mol | 15,49% |
Herentals | 10,59% |
Westerlo | 10,02% |
Balen | 8,74% |
Laakdal | 4,46% |
Herselt | 3,52% |
Olen | 4,93% |
Grobbendonk | 4,09% |
Retie | 2,51% |
Hulshout | 2,27% |
Meerhout | 3,58% |
Dessel | 2,77% |
Herenthout | 3,17% |
Vorselaar | 1,77% |
De gemeenteraad hecht, op basis van de bekomen documenten en de toelichtende nota, goedkeuring aan de agendapunten van de algemene vergadering van Cipal van 24 juni 2021, zoals overgemaakt per e-mail d.d. 7 mei 2021.
De volmachtdrager wordt gemandateerd om conform dit besluit te handelen en te beslissen op deze algemene vergadering. Indien deze algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de vertegenwoordiger van de gemeente gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavig besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Cipal.
De gemeenteraad keurt de voorgestelde statutenwijziging van de projectvereniging de Merode goed.
Over de jaarrekening van de kerkfabriek moet de gemeenteraad binnen de 50 dagen na ontvangst een advies formuleren en dit aan de gouverneur bezorgen.
De jaarrekening 2020 van de kerkfabriek van Westerlo-centrum werd nagekeken en er werden geen onregelmatigheden vastgesteld.
De ontbrekende rekeninguittreksels van de patrimoniumrekening werden, na opvraging, toegevoegd.
ok
De gemeenteraad verleent gunstig advies over de jaarrekening dienstjaar 2020 van de kerkfabriek Sint-Lambertus Westerlo met een exploitatieoverschot van 39.710,50 euro en met een saldo op investeringen van -0,07 euro.
Dit advies wordt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur en het kerkbestuur overgemaakt.
De gemeenteraad maakt het centraal kerkbestuur attent op artikel 55 van het eredienstdecreet; de jaarrekeningen dienen voor 1 mei bij de gemeente ingediend te worden.
Over de jaarrekening van de kerkfabriek moet de gemeenteraad binnen de 50 dagen na ontvangst een advies formuleren en dit aan de gouverneur bezorgen.
De jaarrekening 2020 van de kerkfabriek van Oosterwijk werd nagekeken en er werden geen onregelmatigheden vastgesteld.
ok
De gemeenteraad verleent gunstig advies over de jaarrekening dienstjaar 2020 van de kerkfabriek O.L.Vrouw Bezoeking Oosterwijk met een exploitatieoverschot van 22.049,01 euro en met een saldo op investeringen van 0,00 euro.
Dit advies wordt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur en het kerkbestuur overgemaakt.
De gemeenteraad maakt het centraal kerkbestuur attent op artikel 55 van het eredienstdecreet; de jaarrekeningen dienen voor 1 mei bij de gemeente ingediend te worden.
Over de jaarrekening van de kerkfabriek moet de gemeenteraad binnen de 50 dagen na ontvangst een advies formuleren en dit aan de gouverneur bezorgen.
De jaarrekening 2020 van de kerkfabriek van Zoerle-Parwijs werd nagekeken en er werden geen onregelmatigheden vastgesteld.
ok
De gemeenteraad verleent gunstig advies over de jaarrekening dienstjaar 2020 van de kerkfabriek Sint-Niklaas Zoerle-Parwijs met een exploitatieoverschot van 24.299,07 euro en met een saldo op investeringen van 0,00 euro.
Dit advies wordt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur en het kerkbestuur overgemaakt.
De gemeenteraad maakt het centraal kerkbestuur attent op artikel 55 van het eredienstdecreet; de jaarrekeningen dienen voor 1 mei bij de gemeente ingediend te worden.
Over de jaarrekening van de kerkfabriek moet de gemeenteraad binnen de 50 dagen na ontvangst een advies formuleren en dit aan de gouverneur bezorgen.
De jaarrekening 2020 van de kerkfabriek van Tongerlo werd nagekeken en er werden geen onregelmatigheden vastgesteld.
ok
De gemeenteraad verleent gunstig advies over de jaarrekening dienstjaar 2020 van de kerkfabriek Sint-Anna Tongerlo met een exploitatieoverschot van 34.139,68 euro en met een saldo op investeringen van 0,00 euro.
Dit advies wordt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur en het kerkbestuur overgemaakt.
De gemeenteraad maakt het centraal kerkbestuur attent op artikel 55 van het eredienstdecreet; de jaarrekeningen dienen voor 1 mei bij de gemeente ingediend te worden.
Over de jaarrekening van de kerkfabriek moet de gemeenteraad binnen de 50 dagen na ontvangst een advies formuleren en dit aan de gouverneur bezorgen.
De jaarrekening 2020 van de kerkfabriek van Heultje werd nagekeken en er werden geen onregelmatigheden vastgesteld.
ok
De gemeenteraad verleent gunstig advies over de jaarrekening dienstjaar 2020 van de kerkfabriek Sint-Carolus Borromeus Heultje met een exploitatieoverschot van 54.994,91 euro en met een saldo op investeringen van 1.189,89 euro.
De gemeenteraad verzoekt het kerkbestuur om het overschot op de Z-waarde (investeringen) in 2021 weg te werken met een budgetwijziging.
Dit advies wordt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur en het kerkbestuur overgemaakt.
De gemeenteraad maakt het centraal kerkbestuur attent op artikel 55 van het eredienstdecreet; de jaarrekeningen dienen voor 1 mei bij de gemeente ingediend te worden.
Over de jaarrekening van de kerkfabriek moet de gemeenteraad binnen de 50 dagen na ontvangst een advies formuleren en dit aan de gouverneur bezorgen.
De jaarrekening 2020 van de kerkfabriek van Voortkapel werd nagekeken en er werden geen onregelmatigheden vastgesteld .
De ontbrekende rekeninguittreksels van de werkingsrekening en termijnrekening werden, na opvraging, toegevoegd.
ok
De gemeenteraad verleent gunstig advies over de jaarrekening dienstjaar 2020 van de kerkfabriek O.L.V. Ten Hemel Opgenomen Voortkapel met een exploitatieoverschot van 32.456,66 euro en met een saldo op investeringen van 5.000 euro.
De gemeenteraad verzoekt het kerkbestuur om het overschot op de Z-waarde (investeringen) in 2021 weg te werken met een budgetwijziging.
Dit advies wordt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur en het kerkbestuur overgemaakt.
De gemeenteraad maakt het centraal kerkbestuur attent op artikel 55 van het eredienstdecreet; de jaarrekeningen dienen voor 1 mei bij de gemeente ingediend te worden.
Over de jaarrekening van de kerkfabriek moet de gemeenteraad binnen de 50 dagen na ontvangst een advies formuleren en dit aan de gouverneur bezorgen.
De jaarrekening 2020 van de kerkfabriek van Oevel werd nagekeken en er werden geen onregelmatigheden vastgesteld.
De verantwoording (uittreksels) van de werkingsrekeningen en patrimoniumrekeningen is niet volledig
ok
De gemeenteraad verleent gunstig advies over de jaarrekening dienstjaar 2020 van de kerkfabriek Sint-Michiel Oevel met een exploitatieoverschot van 16.886,83 euro en met een saldo op investeringen van 69.012,29 euro.
De gemeenteraad verzoekt het kerkbestuur om het overschot op de Z-waarde (investeringen) in 2021 weg te werken met een budgetwijziging.
Dit advies wordt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur en het kerkbestuur overgemaakt.
De gemeenteraad maakt het centraal kerkbestuur attent op artikel 55 van het eredienstdecreet; de jaarrekeningen dienen voor 1 mei bij de gemeente ingediend te worden.
De meerjarenplannen en de wijzigingen van een kerkfabriek zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad. De gemeenteraad spreekt zich uit over de goedkeuring binnen een termijn van honderd dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het advies van het erkend representatief orgaan bij de gemeenteoverheid.
De gemeenteraad spreekt zich over de budgetwijziging van een kerkfabriek uit binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van de budgetwijziging bij de gemeenteoverheid.
ok
De gemeenteraad neemt akte van de budgetwijziging 2021 van de kerkfabriek St.-Anna Tongerlo.
De gemeenteraad keurt de meerjarenplanwijziging 2020-2025 van de kerkfabriek St. Anna Tongerlo goed, maar wenst de kerkfabriek te wijzen op artikel 14 uit het besluit van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten: "De verschuiving van een investeringsuitgave van een daarmee samenhangende overboeking naar het daaropvolgende financieel boekjaar dat deel uitmaakt van hetzelfde meerjarenplan, geeft geen aanleiding tot de wijziging van het meerjarenplan".
Dit besluit wordt overgemaakt aan de gouverneur van de provincie, het centraal kerkbestuur en de betrokken kerkfabriek.
Op 15 juni 2021 stelde de raad van bestuur van AGB Westerlo de jaarrekening 2020 vast inclusief de resultaatsverwerking. De rekeningen werden opgesteld conform de BBC-regelgeving en conform de NBB-regelgeving. Het jaarverslag van de raad van bestuur werd opgesteld conform artikel III van het Wetboek van Economisch Recht.
De gemeenteraad neemt kennis van het accountantsverslag (Q&A)
De gemeenteraad keurt de jaarrekening van het AGB Westerlo in de vorm van een ondernemingsjaarrekening (NBB) zoals voorzien in het Wetboek van vennootschappen, voor het dienstjaar 2020, goed
De gemeenteraad keurt het het activiteitenverslag en bijlagen goed
De gemeenteraad verleent een gunstig advies aan de BBC-jaarrekening 2020 van het AGB Westerlo
De gemeenteraad verleent, na goedkeuring van de BBC-jaarrekening 2020 door de toezichthoudende overheid, kwijting aan de bestuurders
Het ontwerp van de jaarrekening 2020 met alle bijhorende toelichtingsdocumenten.
De bundel van de jaarrekening 2020 werd toegelicht door de financieel directeur tijdens de financiële commissie van 14 juni 2021.
De jaarrekening van de gemeente en het OCMW moet voor 30 juni van het jaar dat volgt op het jaar waarop de rekening betrekking heeft vastgesteld worden.
De gemeenteraad dient het deel van de jaarrekening 2020 van het OCMW, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed te keuren.
Hierdoor wordt de jaarrekening 2020 in zijn geheel definitief vastgesteld.
ok
De gemeenteraad stelt het deel van de jaarrekening 2020 van de gemeente vast
De gemeenteraad keurt het deel van de jaarrekening 2020 van het OCMW, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed.
Hierdoor wordt de jaarrekening 2020 in zijn geheel definitief vastgesteld.
De door de raad vastgestelde jaarrekening 2020, de toelichting en documentatiebundel worden samen met een kopie van het raadsbesluit gepubliceerd op de website van de gemeente overeenkomstig de publicatieverplichtingen in het decreet over het lokaal bestuur (DLB). Na de publicatie wordt een melding van de publicatie bezorgd aan de toezichthoudende overheid via het digitale loket lokale besturen en wordt de digitale rapportering van de jaarrekening verstuurd
Bij de ondertekening van het burgemeestersconvenant in het kader van Kempen2030 werden de gezamenlijke klimaatdoelstellingen onderschreven en het daarin opgenomen speerpunt inzake transitie van fossiele naar hernieuwbare energie. In het klimaatplan is de opmaak van een warmteplan opgenomen als een steractie.
De opmaak van een gemeentelijk warmteplan is belangrijk om de warmtetransitie op een maatschappelijk verantwoorde manier in te zetten en te bewerkstelligen.
De gemeenteraad beslist de opmaak van een gemeentelijk warmteplan en deelname aan het EFRO-project Warmtemakelaar Kempen 2.0 goed te keuren.
De beslissing en het ondertekende cofinancieringsengagement zullen overgemaakt worden aan IOK voor verwerking in het EFRO-projectdossier.
Het concrete voorstel van IOK, op te maken in overleg en op maat van de gemeente, teneinde een effectieve inhouse-opdracht (IOK) tot de opmaak van een gemeentelijk warmteplan te kunnen geven, is de volgende stap in het proces.
Twee jaar na de formele goedkeuring van de ondertekening van het Burgemeestersconvenant door de gemeenteraad moet het energie- en klimaatactieplan ingediend worden door IOK bij de Europese commissie.
De gemeenteraad beslist het gemeentelijk energie-en klimaatactieplan in kader van Kempen2030 goed te keuren en neemt kennis van de acties uit het plan. Het energie-en klimaatactieplan is een dynamisch werkdocument waar op elk moment acties kunnen aan toegevoegd of aangepast worden.
De gemeente Westerlo engageert zich om een ambitieus klimaatbeleid te voeren met als doelstellingen:
- de CO₂-uitstoot op het grondgebied van de gemeente met minstens 40% te reduceren tegen 2030;
- het meer klimaatbestendig maken van de gemeente;
- inzetten op duurzame hernieuwbare energie;
- in te zetten op klimaatadaptatie om de onvermijdelijke gevolgen van de klimaatverandering in te dijken;
- het verbeteren van de algemene (sociale, fysieke en mentale gezondheid) gezondheid.
Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan IOK (kempen2030@iok.be ) die de indiening van het energie- en klimaatactieplan bij de Europese Unie binnen het gegeven tijdsbestek in orde maakt.
De artikelen 11, 14, 23 en 25 van het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad leggen de minimaal decretale inhoud van het huishoudelijk reglement voor de schoolraad vast.
De gemeenteraad neemt kennis van de huishoudelijke reglementen van de schoolraad van de:
De dienst ICT is vragende partij om gebruik te maken van de opdrachtencentrale van de stad Brugge in kader van de raamovereenkomst met ref. 1819 m.b.t. perceel 2 “Software” omwille van onderstaande redenen;
- Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd
- De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten
- De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
- Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
- Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het gemeentebestuur van Westerlo sluit aan bij de aankoopcentrale van stad Brugge in het kader van de raamovereenkomst met als voorwerp “bestek 1819- ICT aankoopcentrale – stad Brugge en andere entiteiten.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lastvoorwaarden en wijze gunning in kader van de raamovereenkomst met ref. 1819 zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van de stad Brugge in zitting van 24/04/2018 en 26/06/2018.
De gemeente zal overgaan tot aanvraag van deelname aan de aankoopcentrale voor perceel 2 ‘Software’ dat gegund is aan Realdolmen, A. Vaucampslaan 42, 1654 Huizingen Belgium zodat de gemeente geldig kan afnemen tegen de voorwaarden zoals gegund in kader van de groepsaankoop.
De totale kostprijs van de opdracht bedraagt 32.028 euro excl. btw of 38.753,9 euro incl. 21% btw als volgt onderverdeeld:
Het contract, zowel voor de software voor het evenementenloket als deze voor de Service desk ICT, heeft een duurtijd van 3 jaar met als startdatum 01/07/21 en eindigt op 30/06/24.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit en wordt gevraagd over te gaan tot sluiting van de opdracht.
In het kader van de opdracht “Heraanleg toegangsweg en parking naar sportpark De Beeltjens, Kasteelpark Westerlo” werd een bestek met nr. BKWES21.001 opgesteld door de ontwerper: Studiebureau Veerle Piedfort, Rodekruisstraat 82/1 te 2260 Westerlo.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 207.998,80 euro excl. btw.
Voor de verdeling van de kosten tussen beide entiteiten wordt rekening gehouden met het gebruik en het eigendomsrecht van toegangsweg en parking.
Volgens de kadastrale gegevens is de toegangsweg eigendom van de gemeente, doch is deze weg vooral bestemd als toegang naar sportpark De Beeltjens. Vastgesteld is dat de slechte staat van de weg te wijten is aan het veelvuldig gebruik en het overbelasten van de weg door bussen en vrachtwagens. Ondergeschikt is deze weg ook toegangsweg naar de gemeentelijke bibliotheek.
De parking daarentegen is in erfpacht gegeven van de gemeente aan AGB Westerlo en volledig bestemd voor gebruik van bezoekers aan zwembad en sporthal.
Er wordt voorgesteld om volgende verdeelsleutel toe te passen – 50% AGB en 50% gemeente- en de totaal geraamde kosten van 207.998,80 euro excl btw als volgt te verdelen tussen beide deelnemende besturen:
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Gemeente Westerlo treedt op als aankoopcentrale voor AGB Westerlo. Een aanbestedende overheid die beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren, conform 47§2 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten.
De Raad van Bestuur van het AGB Westerlo nam op 15 juni 2021 kennis van het aanbestedingsdossier, toonde interesse in de groepsaankoop en verleende delegatie aan het directiecomité van het AGB om na gunning door het schepencollege toe te treden tot de aankoopcentrale en contract te sluiten met de gekozen opdrachtnemer.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750.000,00 EUR niet), en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°b (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de plaatsing van overheidsopdrachten of raamovereenkomsten die bestemd zijn voor aanbesteders).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het besluit van 25 februari 2019 van de gemeenteraad waarbij het begrip 'dagelijks bestuur' wordt gedefinieerd en waarin de gevallen worden opgesomd die van een voorafgaand visum door financieel beheerder worden vrijgesteld.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan het bestek met nr. BKWES21.001, opgesteld door de ontwerper Studiebureau Veerle Piedfort, Rodekruisstraat 82/1 te 2260 Westerlo voor de opdracht “Heraanleg toegangsweg en parking naar sportpark De Beeltjens, Kasteelpark Westerlo’.
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.
De raming bedraagt 207.998,80 euro excl. btw en wordt opgesplitst als volgt:
a) Gemeente: 103.999,40 excl. btw, hetzij 125.829,28 incl. 21% btw (btw verlegd)
b) AGB: 103.999,40 euro excl. btw (btw 100% recupereerbaar).
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
In toepassing van artikel 2, 6°a en 7°b van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zal gemeente Westerlo optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze overheidsopdrachten of raamovereenkomsten met betrekking tot werken, leveringen of diensten plaatst die bestemd zijn voor aanbestedende overheden of aanbestedende entiteiten, meer bepaald AGB Westerlo.
De aankondiging van de opdracht wordt bekendgemaakt op nationaal niveau.
Voor het gemeentelijk deel voorziet de meerjarenplanning de nodige kredieten in 2021 onder volgende actie 000073/R001514. Hiervoor was een verschuiving van de raming nodig 85.000 euro van A242/R1206 (restauratie buitenschil kerk Westerlo) naar R1514.
In de Beeltjens in Westerlo is er een momenteel een parcours van 1,5 km met enkele decorstukken en op drie locaties zitgelegenheid voor kinderen in een sprookjesthema, het “sprookjesbos".
De opdracht omvat de omvorming van het huidige “sprookjesbos” tot een permanent belevingsbos met thematische belevings- en speelelementen met een link naar de natuur en eigenheid van Westerlo. De basis is het bestaande parcours van 1,5 km in de Beeltjens, aangevuld met het speelbos in de Papedreef. De opdrachtnemer dient de elementen te ontwerpen, te leveren en ter plaatste te installeren.
Voor enkele elementen dient de opdrachtnemer de huisstijl van de Merode te respecteren. Voor de overige elementen is de inschrijver vrij om een eigen creatie voor te stellen op voorwaarde dat deze voldoen aan de opgelegde minimale eisen.
Het agentschap natuur en bos heeft op 20 mei 2021 bevestigd dat voor de inrichting van het belevingsbos geen omgevingsvergunning is vereist. Wel dient er een wijziging aangebracht te worden aan het beheerplan UBP-AN-08-07 en moet er een toegankelijkheidregeling worden opgemaakt voor de zone. Dit zal door de betrokken gemeentelijke diensten verder opgevolgd worden.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De gemeenteraad keurt het bestek goed voor de overheidsopdracht van diensten met als voorwerp ‘Inrichting belevingsbos de Beeltjens' met referentie 2021-003.
De totale kostprijs van de opdracht wordt geraamd op op 61.350 euro excl. btw of 74.233,50 euro (incl. vereiste optie) incl. 21% btw (btw medecontractant).
De onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking wordt bepaald als gunningswijze conform artikel 42, § 1, 1° van de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet).
De kosten van de opdracht zijn voorzien op de investeringsbudget onder de Actie000045 ‘We vernieuwen het sprookjesbos’ R000073.
Het college wordt gevraagd de plaatsingsprocedure op te starten en de lijst met aan te schrijven ondernemers vast te stellen.
In het algemeen belang is het aangewezen om de riolerings- en wegeniswerken samen te voegen. Pidpa stelde een samenwerkingsovereenkomst op waarbij Pidpa wordt aangeduid als bouwheer om in gezamenlijke naam, bij de gunning en de uitvoering van de gezamenlijke opdracht op te treden. In de samenwerkingsovereenkomst wordt uiteengezet hoe de organisatie van de opdracht praktisch verloopt.
Bij Pidpa is dit project gekend onder dossiernummers K-21-022 (Lossing, August Cannaertsstraat(deel), Fabriekstraat(deel) en onder dit dossiernummer zal de gezamenlijke aanbesteding uitgevoerd worden.
De bestaande contracten afgesloten door de gemeente met studiebureaus, veiligheidscoördinator, grondverzet ed worden mee overgenomen door Pidpa. De opdracht van het studiebureau wordt uitgevoerd deels voor rekening van de gemeente, deels voor rekening van Pidpa. Iedere entiteit is verantwoordelijk voor het tijdig betalen van zijn aandeel in de kosten.
Voorafgaand aan de aanbesteding dient de samenwerkingsovereenkomst te worden goedgekeurd.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 279, §1, eerste lid betreffende de bevoegdheden van de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur om overeenkomsten te ondertekenen.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst, opgesteld door de rioolbeheerder Pidpa, voor de gezamenlijke uitvoering van de wegen- en rioleringswerken in Heultje waarbij Pidpa zal optreden als opdrachtgevend bestuur voor het project A219161 – dossiernummer K-21-022 –“Weg- en rioleringswerken in Lossing, August Cannaertsstraat/deel en Fabriekstraat/deel (studiebureau Antea Belgium nv uit Antwerpen).
De algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad worden gemachtigd om deze samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen.
Een afschrift van dit besluit wordt voor kennisgeving en voor verder gevolg overgemaakt aan Pidpa.
Artikel 31 §1 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning stelt dat als een aanvraag tot omgevingsvergunning de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, het college van burgemeester en schepenen de gemeenteraad samenroept om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich hierbij uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Artikel 3 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid dat onder meer gericht is op de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en op de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening moet gehouden worden met de volgende principes:
Gelet op artikel 31 van het van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, waarin gesteld wordt dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein, kan worden afgeleid dat de gemeenteraad zich bij zijn beoordeling dient te beperken tot die elementen uit de aanvraag die betrekking hebben op de zaak van de wegen. De gemeenteraad mag zich bijgevolg niet uitspreken over de vergunningsaanvraag zelf en dient zich te onthouden van uitspraken over de planologische toelaatbaarheid en de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening, dewelke beoordeeld dienen te worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan.
Artikel 47, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, bepaalt dat de gemeenteraad, bij het nemen van zijn besluit over de zaak van de wegen kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek ingediend zijn.
Naar aanleiding van voorliggende aanvraag tot omgevingsvergunning wordt er ter hoogte van het perceel dat aansluit op het verlengde van de weg Kievitstraat voorzien in een kosteloze grondafstand ter inlijving bij het openbaar domein van een strook grond met een oppervlakte van 10,00m² langsheen het openbaar domein (lot A). De kosteloze grondafstand wordt voorzien opdat ter hoogte van dit perceel kan voorzien worden in een openbaar domein met een breedte van 5,70m, dus met ongeveer een zelfde breedte als het deel van het openbaar domein dat aansluit op de pijpekop van de weg Kievitstraat en dat zich deels nog vóór het eigendom gelegen Kievitstraat 20 bevindt. Dit houdt in dat de breedte van de gemeenteweg Kievitstraat gedeeltelijk gewijzigd wordt daar waar de kosteloze grondafstand voorzien wordt en dat de gemeenteraad zich hierover dient uit spreken, zoals bepaald in artikel 31 §1 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Door middel van de voorgestelde kosteloze grondafstand kan in de toekomst voorzien worden in een rooilijn met een breedte van 5,60m vanaf de pijpekop ter hoogte van de weg Kievitstraat tot aan het te realiseren lot 2 en met een breedte van 5,70m ter hoogte van het te realiseren lot 2, langsheen het verlengde van de weg Kievitstraat. Deze breedte is hier, gelet op de plaatselijke toestand, voldoende in functie van een volwaardige inrichting van het openbaar domein met een voldoende brede rijwegverharding, met daarnaast voldoende bermruimte voor het aanleggen van nutsvoorzieningen. De breedte en de lengte van de bestaande rijwegverharding zullen niet wijzigen en ook de ligging van de gemeenteweg zal niet wijzigen, waardoor hierover geen uitspraak moet gedaan worden.
Met betrekking tot de uitrusting van de gemeenteweg kan geoordeeld worden dat er zich ter hoogte van de pijpekop van de weg Kievitstraat reeds nutsvoorzieningen bevinden dewelke, zoals blijkt uit de adviezen van de nutsmaatschappijen, in het kader van voorliggende aanvraag slechts beperkt moeten uitgebreid worden. Enkel door Pidpa -riolering wordt een beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk gevraagd ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling. Deze uitbreiding dient te gebeuren ten laste van de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van de gronden, alvorens de te realiseren loten vervreemd of bebouwd kunnen worden.
Door de Brandweer zone Kempen werd in het brandpreventieverslag van 13 april 2021 met referentie BWDP/2021-0134-001/01/HAJPE opgemerkt dat op doodlopende wegen met twee rijstroken twee brandweerwagens elkaar in principe moeten kunnen passeren bij het manoeuvreren. De aanbevolen wegbreedte hiertoe bedraagt 7,30m (minimum 6,70m). De rooilijn ter hoogte van het te realiseren lot 2 zal na de kosteloze grondafstand echter een breedte hebben van slechts 5,70m. Dit beperkt de manoeuvreerruimte. In het brandpreventieverslag wordt opgemerkt dat door meer grond over te dragen een totale wegbreedte van 6,70m bereikt kan worden. De op het te realiseren lot 2 op te richten woning is volgens het brandpreventieverslag wel bereikbaar voor een ladderwagen of hoogtewerker (voorgevel <10m van opstelplaats gelegen).
Door meer grond af te staan ter hoogte van het te realiseren lot 2 zal dit probleem echter niet opgelost kunnen worden. Tussen de pijpekop van de weg Kievitstraat en het te realiseren lot 2 bevindt zich immers nog een ander eigendom dat geen deel uitmaakt van voorliggende aanvraag. Ter hoogte van dit eigendom heeft de weg Kievitstraat maar een breedte van 5,60m en kan er naar aanleiding van voorliggende aanvraag niet gevraagd worden om kosteloos grond af te staan in functie van het verbreden van de weg Kievitstraat tot aan het aanvraagperceel.
Volgens datzelfde brandpreventieverslag bedraagt de aanbevolen breedte van doodlopende wegen met een alternatieve naderingsmogelijkheid zoals een wandelweg of een fietspad die tijdelijk als brandweg worden ingezet 3,50m (minimum 3,25m). Deze alternatieve naderingsmogelijkheid is er momenteel nog niet, maar zou wel gerealiseerd kunnen worden indien de drie betonnen paaltjes ter hoogte van de trage doorsteek tussen de weg Langstraat en de Leyse Hoevewijk vervangen zouden worden door hardhouten wegneembare paaltjes. Het vervangen van de paaltjes zal gebeuren door de gemeente of door een door de gemeente aangestelde aannemer op kosten van de verkavelaar. Een offerte hiertoe wordt opgemaakt door de technische dienst van de gemeente. De werken zullen pas worden aangevat na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs. Deze werken dienen afgerond te zijn alvorens de te realiseren loten vervreemd of bebouwd kunnen worden.
Er wordt voorzien in het kosteloos afstaan van een strook grond met een oppervlakte van 10,00m² opdat in de toekomst kan voorzien worden in een rooilijn met een breedte van 5,70m. In functie hiervan is het noodzakelijk dat deze strook grond wordt opgenomen in het openbaar domein. Het kosteloos afstaan van de strook grond met een oppervlakte van 10,00m² (lot A) ter inlijving bij het openbaar domein dient te gebeuren alvorens de te realiseren loten vervreemd of bebouwd kunnen worden.
Artikel 47, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, bepaalt dat de gemeenteraad, bij het nemen van zijn besluit over de zaak van de wegen kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek ingediend zijn. De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 11 februari 2021 tot en met 12 maart 2021. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek werden echter geen petitielijsten noch bezwaarschriften ingediend.
Er kan bijgevolg geoordeeld worden dat de voorgestelde gedeeltelijke wijziging van de gemeenteweg Kievitstraat in overeenstemming is met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en bijgevolg aanvaardbaar is. De voorgestelde kosteloze grondafstand, de uitbreiding van de nutsvoorzieningen en het vervangen van de betonnen paaltjes ter hoogte van de trage doorsteek tussen de weg Langstraat en de Leyse Hoevewijk door hardhouten wegneembare paaltjes dienen te gebeuren ten laste van de aanvrager van de omgevingsvergunning alvorens de te realiseren loten vervreemd of bebouwd kunnen worden.
De gemeenteraad keurt, in toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet en in toepassing van artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit, de gedeeltelijke wijziging van de weg Kievitstraat overeenkomstig artikel 12 §2 van het Gemeentewegendecreet goed in het kader van de aanvraag tot omgevingsvergunning met referentie OMV/2020/0035/V, ingediend door Peter Liekens, voor het verkavelen in twee loten waarvan één lot bestemd is voor het oprichten van een eengezinswoning in halfopen bebouwing en één lot voor het oprichten van een eengezinswoning in open bebouwing op het eigendom gelegen Langstraat 77 en Kievitstraat z/n en met als kadastrale omschrijving afdeling 2 sectie E nrs. 62D2 en 63K.
De strook grond zoals weergegeven op het bij de aanvraag tot omgevingsvergunning gevoegde verkavelingsplan en met een oppervlakte van 10,00m² dient kosteloos te worden afgestaan aan de gemeente Westerlo ter inlijving bij het openbaar domein opdat in de toekomst ter hoogte van het verlengde van de weg Kievitstraat kan voorzien worden in een rooilijn met een breedte van 5,70m. Dit dient te gebeuren alvorens de te realiseren loten vervreemd of bebouwd kunnen worden.
Ter hoogte van de pijpekop van de weg Kievitstraat bevinden zich reeds nutsvoorzieningen dewelke, zoals blijkt uit de adviezen van de nutsmaatschappijen, in het kader van voorliggende aanvraag beperkt moeten uitgebreid worden. Deze uitbreiding dient te gebeuren ten laste van de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van de gronden, alvorens de te realiseren loten vervreemd of bebouwd kunnen worden.
Om een alternatieve naderingsmogelijkheid voor hulpdiensten tot aan lot 2 mogelijk te maken via de weg Langstraat dienen de drie betonnen paaltjes ter hoogte van de trage doorsteek tussen de weg Langstraat en de Leyse Hoevewijk vervangen te worden door hardhouten wegneembare paaltjes. Het vervangen van deze paaltjes dient te gebeuren door de gemeente of door een door de gemeente aangestelde aannemer op kosten van de verkavelaar. Een offerte hiertoe wordt opgemaakt door de technische dienst van de gemeente. De werken zullen pas worden aangevat na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs. De paaltjes dienen vervangen te zijn alvorens de te realiseren loten vervreemd of bebouwd kunnen worden.
Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de dertig dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens artikel 31/1 van het Omgevingsvergunningsdecreet.
In functie van het realiseren van vermeld goedgekeurd rooilijn- en onteigeningsplan werd op het verkavelingsplan de kosteloze afstand voorzien van een strook grond met een oppervlakte van 34ca, zijnde een deel van perceelnummer 353F3. In de verkavelingsvergunning werd dan ook de voorwaarde opgelegd dat deze grondafstand dient te gebeuren alvorens de desbetreffende 3 loten kunnen worden vervreemd of bebouwd.
Deze strook grond zal worden opgenomen in het openbaar domein van de gemeente.
De gemeenteraad aanvaardt de kosteloze afstand van een strook grond gelegen Smallerijt 33, afdeling 1, sectie B, deel van perceelnummer 353F2, met een totale oppervlakte van 34ca, zoals weergegeven op het plan van 12 mei 2021, overeenkomstig het goedgekeurde rooilijn- en onteigeningsplan en verkavelingsontwerp, opgemaakt door het landmeter- en expertisebureau De Groot en Celen te Westerlo.
Het dossier en de ontwerpakte, die wordt verleden voor notaris Lien Van Cauwenbergh te Westerlo, worden goedgekeurd.
De grond wordt opgenomen in het openbaar domein van de gemeente Westerlo.
Opdat in de toekomst ter hoogte van de weg Oosterwijk een rooilijn met een breedte van 10m voorzien zou kunnen worden, werd er op het desbetreffend verkavelingsontwerp een kosteloze grondafstand van 13ca voorzien. Deze grondafstand werd dan ook opgelegd in de verkavelingsvergunning. Deze afstand dient te gebeuren alvorens het te realiseren lot vervreemd of bebouwd kan worden. Deze strook grond zal worden opgenomen in het openbaar domein van de gemeente.
De gemeenteraad aanvaardt de kosteloze afstand van een strook grond gelegen Oosterwijk 88 en 90, afdeling 2, sectie A, delen van nummers 126A2 en 126H2, met een totale oppervlakte van 13ca, zoals weergegeven op het verkavelingsplan van 11 mei 2021, opgemaakt door Peter Liekens, landmeter-expert te Herentals.
Het dossier en de ontwerpakte, die wordt verleden voor notaris Jan Van Hemeldonck te Olen, worden goedgekeurd.
De grond wordt opgenomen in het openbaar domein van de gemeente Westerlo.
Opdat in de toekomst ter hoogte van de weg Heidestraat een rooilijn met een breedte van 12m voorzien zou kunnen worden en opdat ter hoogte van de hoek Tongerlostraat-Heidestraat een hoekafschuining zou gerealiseerd kunnen worden, beide overeenkomstig het gemeentelijk rooilijnplan Heidestraat, goedgekeurd op 2 maart 1993, werd er op het desbetreffend verkavelingsontwerp een kosteloze grondafstand van 27ca voorzien. Deze grondafstand werd dan ook opgelegd in de verkavelingsvergunning. Deze afstand dient te gebeuren alvorens het te realiseren lot vervreemd of bebouwd kan worden. Deze strook grond zal worden opgenomen in het openbaar domein van de gemeente.
De gemeenteraad aanvaardt de kosteloze afstand van een strook grond gelegen op de hoek Tongerlostraat-Heidestraat, afdeling 4, sectie C, deel van perceelnummer 26N, met een totale oppervlakte van 27ca, zoals weergegeven op het opmetingsplan van 30 maart 2021, overeenkomstig het goedgekeurde rooilijnplan en verkavelingsontwerp, opgemaakt door het landmeters- en expertisebureau De Groot en Celen te Westerlo.
Het dossier en de ontwerpakte, die wordt verleden voor notaris Marc Verlinden te Tongerlo, worden goedgekeurd.
De grond wordt opgenomen in het openbaar domein van de gemeente Westerlo.
In functie van het realiseren van het goedgekeurd rooilijn- en onteigeningsplan 'Parwijsstraat' en ter realisatie van het woonproject zoals opgenomen in de desbetreffende stedenbouwkundige vergunning, dient er nog een kosteloze grondafstand van 140ca te gebeuren ter hoogte van het keerpunt van de doodlopende straat. Deze strook grond zal opgenomen worden in het openbaar domein van de gemeente.
De gemeenteraad aanvaardt de kosteloze afstand van een strook grond gelegen Parwijsstraat 14-20, afdeling 3, sectie A, delen van perceelnummers 233E, 233F, 233G en 233H, met een totale oppervlakte van 140ca, zoals weergegeven op het opmetingsplan van 30 september 2020, overeenkomstig het goedgekeurd rooilijn- en onteigeningsplan, opgemaakt door het landmeters- en expertisebureau De Groot en Celen te Westerlo.
Het dossier en de ontwerpakte, die wordt verleden voor notaris Bart Van Thielen te Herselt, worden goedgekeurd.
De grond wordt opgenomen in het openbaar domein van de gemeente Westerlo.
Artikel 31 §1 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning stelt dat als een aanvraag tot omgevingsvergunning de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, het college van burgemeester en schepenen de gemeenteraad samenroept om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich hierbij uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Artikel 3 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid dat onder meer gericht is op de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en op de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening moet gehouden worden met de volgende principes:
Gelet op artikel 31 van het van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, waarin gesteld wordt dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein, kan worden afgeleid dat de gemeenteraad zich bij zijn beoordeling dient te beperken tot die elementen uit de aanvraag die betrekking hebben op de zaak van de wegen. De gemeenteraad mag zich bijgevolg niet uitspreken over de vergunningsaanvraag zelf en dient zich te onthouden van uitspraken over de planologische toelaatbaarheid en de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening, dewelke beoordeeld dienen te worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan.
Artikel 47, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, bepaalt dat de gemeenteraad, bij het nemen van zijn besluit over de zaak van de wegen kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek ingediend zijn.
In de voorliggende aanvraag omvat de zaak van de wegen het wijzigen van de uitrusting van de wegen waarop voorliggende aanvraag betrekking heeft. Zo zal er voorzien worden in de aanleg van een nieuw rioleringsstelsel, in de aanleg van grachten en zal de rijwegverharding heraangelegd worden. Verder zal er langsheen de wegen Heultjedorp en August Cannaertsstraat een dubbelrichtingfietspad aangelegd worden. Tot slot zullen de bomen langsheen de wegen Heultjedorp en August Cannaertsstraat gekapt worden en vervangen worden door een haag die zal dienst doen als veiligheidsafscheiding tussen de rijweg en het aan te leggen fietspad. De tracés en de rooilijnen van de gemeentewegen waarop voorliggende aanvraag betrekking heeft, zullen naar aanleiding van voorliggende aanvraag niet wijzigingen.
Artikel 47, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, bepaalt dat de gemeenteraad, bij het nemen van zijn besluit over de zaak van de wegen kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek ingediend zijn. De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 1 april 2021 tot en met 30 april 2021. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek werden twee schriftelijke en vier digitale bezwaarschriften ingediend. Deze werden besproken onder punt d) Openbaar onderzoek. De ingediende opmerkingen en bezwaren worden, zoals hierboven al werd toegelicht, niet in aanmerking genomen of hebben geen betrekking op de zaak van de wegen.
De voorliggende wijzigingen aan de gemeentewegen staan ten dienste van het algemeen belang en de voorliggende werken hebben tot doel het rioleringsstelsel ter hoogte van de projectzone te verbeteren. Voorliggende aanvraag beoogt verder de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau. Door onder andere het voorzien van een meer veilige fietsoversteek ter hoogte van de oude spoorweg, door het vervangen van de bestaande fietsstroken door een dubbelrichtingfietspad dat door middel van een haag wordt afgescheiden van de rijweg en door het voorzien van nieuwe openbare verlichting zodat het aan te leggen voet- en fietspad optimaal verlicht kan worden, worden immers de nodige maatregelen genomen voor de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau.
Voor wat betreft de waterhuishouding wordt er rekening gehouden met de benodigde buffer- en infiltratie-eisen die opgelegd worden om water zoveel mogelijk ter plaatse te houden. Hierbij wordt ook rekening gehouden met het aanwezige grondwater. Er worden meerdere overstortconstructies voorzien die het water bufferen en vertraagd doorvoeren naar een meer afwaarts deel om de natuurlijk grondwatertafel op peil te houden. In functie van het project werden metingen van de grondwaterstand en infiltratieproeven uitgevoerd, waarmee rekening werd gehouden bij de uitwerking van het project. Er worden dus voldoende maatregelen genomen in functie van de waterhuishouding binnen de projectzone daar er naar aanleiding van voorliggende aanvraag geen significantie toename zal zijn van de verharde oppervlakte binnen de projectzone. Volgens de bij de aanvraag gevoegde berekeningen kan er in het aan te leggen bufferbekken in totaal een volume van 1545m³ gebufferd worden, wat bijna het dubbele is van wat vereist is volgens de Code van de Goede Praktijk. Het project lijkt daarom geen negatieve impact te hebben op de waterhuishouding binnen de projectzone.
Met betrekking tot de aangevraagde adviezen dient opgemerkt te worden dat, gelet op de werken die uitgevoerd worden ter hoogte van de oude spoorweg, het advies van de NMBS nog dient ingewonnen te worden. Met betrekking tot de waterhuishouding is het van belang dat het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij - advies watertoets wordt nageleefd en in functie van een goede bereikbaarheid voor hulpdiensten van alle gebouwen langsheen de wegen waarop voorliggende aanvraag betrekking heeft, dient het advies van Brandweer zone Kempen nageleefd te worden.
Er kan bijgevolg geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag in overeenstemming is met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en bijgevolg aanvaardbaar is.
De gemeenteraad keurt, in toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet en in toepassing van artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit, de zaak van de wegen goed in het kader van de aanvraag tot omgevingsvergunning met referentie OMV/2021/0051, ingediend door Pidpa, voor het het uitvoeren van rioleringswerken met de aanleg van grachten en de bijhorende wegeniswerken ter hoogte van de wegen Ploegstraat, Achterheide, Lievekensstraat, August Cannaertsstraat, Heultjedorp, Processieweg, Oude Westmeerbeekseweg en Diamantweg, voor het aanleggen van een bufferbekken en een pompstation aansluitend op de weg Achterheide, voor het vellen van bomen en het aanleggen van een dubbelrichtingfietspad langsheen Heultjedorp en August Cannaertsstraat en voor het aanvragen van een tijdelijke bronbemaling klasse 2 in functie van het uitvoeren van de rioleringswerken op het eigendom gelegen Achterheide z/n en met als kadastrale omschrijving afdeling 1 sectie D nr. 1115L en op het openbaar domein.
De zaak van de wegen wordt goedgekeurd zoals aangegeven op de bij de aanvraag gevoegde plannen en zoals omschreven in de hierboven uitgewerkte beschrijving van de werken.
Gelet op de werken die uitgevoerd worden ter hoogte van de oude spoorweg, dient het advies van de NMBS nog ingewonnen te worden.
Met betrekking tot de waterhuishouding is het van belang dat het voorwaardelijk gunstig advies van de Vlaamse Milieumaatschappij - advies watertoets met referentie WT 2021 G 0225, dat werd uitgebracht op 12 april 2021, wordt nageleefd.
In functie van een goede bereikbaarheid voor hulpdiensten van alle gebouwen langsheen de wegen waarop voorliggende aanvraag betrekking heeft, dient het advies van Brandweer zone Kempen met referentie BWDP/2021-0135-001/01, dat werd uitgebracht op 25 mei 2021, nageleefd te worden.
Er dient een asbuilt-dossier aangeleverd te worden volgens de bepalingen van het GRB-skeletbestek.
Bij het uitvoeren van de werken dient er voorzien te worden in de nodige veiligheidscoördinatie.
Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de dertig dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens artikel 31/1 van het Omgevingsvergunningsdecreet.
Artikel 31 §1 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning stelt dat als een aanvraag tot omgevingsvergunning de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, het college van burgemeester en schepenen de gemeenteraad samenroept om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich hierbij uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Artikel 3 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid dat onder meer gericht is op de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en op de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening moet gehouden worden met de volgende principes:
Gelet op artikel 31 van het van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, waarin gesteld wordt dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein, kan worden afgeleid dat de gemeenteraad zich bij zijn beoordeling dient te beperken tot die elementen uit de aanvraag die betrekking hebben op de zaak van de wegen. De gemeenteraad mag zich bijgevolg niet uitspreken over de vergunningsaanvraag zelf en dient zich te onthouden van uitspraken over de planologische toelaatbaarheid en de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening, dewelke beoordeeld dienen te worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan.
Artikel 47, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, bepaalt dat de gemeenteraad, bij het nemen van zijn besluit over de zaak van de wegen kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek ingediend zijn.
Naar aanleiding van voorliggende aanvraag tot omgevingsvergunning wordt er ter hoogte van het te realiseren lot 1 voorzien in een kosteloze grondafstand ter inlijving bij het openbaar domein van een strook grond met een oppervlakte van 42,00m² langsheen het openbaar domein (lot 3). De kosteloze grondafstand wordt voorzien opdat ter hoogte van het te realiseren lot 1 kan voorzien worden in een openbaar domein met een breedte van 10,00m, zoals dit op basis van eerdere grondinnemingen voorzien werd. Dit houdt in dat de breedte van de gemeenteweg Trapstraat gedeeltelijk gewijzigd wordt daar waar de kosteloze grondafstand voorzien wordt en dat de gemeenteraad zich hierover dient uit spreken, zoals bepaald in artikel 31 §1 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Door middel van de voorgestelde kosteloze grondafstand kan in de toekomst voorzien worden in een rooilijn met een breedte van 10,00m ter hoogte van de weg Trapstraat. Deze breedte is hier, gelet op de plaatselijke toestand, voldoende in functie van een volwaardige inrichting van het openbaar domein met een voldoende brede rijwegverharding, met daarnaast voldoende bermruimte voor het aanleggen van nutsvoorzieningen. De breedte en de lengte van de bestaande rijwegverharding zullen niet wijzigen en ook de ligging van de gemeenteweg zal niet wijzigen, waardoor hierover geen uitspraak moet gedaan worden.
Met betrekking tot de uitrusting van de gemeenteweg kan geoordeeld worden dat er zich ter hoogte van de weg Trapstraat reeds nutsvoorzieningen bevinden dewelke, zoals blijkt uit de adviezen van de nutsmaatschappijen, in het kader van voorliggende aanvraag slechts beperkt moeten uitgebreid worden. Enkel door Fluvius en door Pidpa -riolering wordt een beperkte uitbreiding van de distributienetten buiten het project resp. het openbaar rioleringsnetwerk gevraagd ten behoeve van de ontwikkeling. Deze uitbreiding dient te gebeuren ten laste van de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, alvorens het te realiseren lot vervreemd of bebouwd kan worden.
Er wordt voorzien in het kosteloos afstaan van een strook grond met een oppervlakte van 42,00m² opdat in de toekomst kan voorzien worden in een rooilijn met een breedte van 10,00m ter hoogte van de weg Trapstraat. In functie hiervan is het noodzakelijk dat deze strook grond wordt opgenomen in het openbaar domein. Het kosteloos afstaan van de strook grond met een oppervlakte van 42,00m² (lot 3) ter inlijving bij het openbaar domein dient te gebeuren alvorens het te realiseren lot 1 vervreemd of bebouwd kan worden.
Artikel 47, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, bepaalt dat de gemeenteraad, bij het nemen van zijn besluit over de zaak van de wegen kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek ingediend zijn. De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 9 maart 2021 tot en met 7 april 2021. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek werden echter geen petitielijsten noch bezwaarschriften ingediend.
Er kan bijgevolg geoordeeld worden dat de voorgestelde gedeeltelijke wijziging van de gemeenteweg Trapstraat in overeenstemming is met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en bijgevolg aanvaardbaar is. De voorgestelde kosteloze grondafstand en de uitbreiding van de nutsvoorzieningen dienen te gebeuren ten laste van de aanvrager van de omgevingsvergunning alvorens het te realiseren lot vervreemd of bebouwd kan worden.
De gemeenteraad keurt, in toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet en in toepassing van artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit, de gedeeltelijke wijziging van de weg Trapstraat overeenkomstig artikel 12 §2 van het Gemeentewegendecreet goed in het kader van de aanvraag tot omgevingsvergunning met referentie OMV/2021/0002/V, ingediend door Marjan De Groot, voor het verkavelen in een lot dat bestemd is voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning na het afsplitsen van dit lot van een reeds bebouwd eigendom op het eigendom gelegen Trapstraat 23 en 25 te 2260 Westerlo en met als kadastrale omschrijving afdeling 1 sectie A nr. 581D2.
De strook grond zoals weergegeven op het bij de aanvraag tot omgevingsvergunning gevoegde rooilijnplan en verkavelingsplan en met een oppervlakte van 42,00m² dient kosteloos te worden afgestaan aan de gemeente Westerlo ter inlijving bij het openbaar domein opdat in de toekomst ter hoogte van de weg Trapstraat kan voorzien worden in een rooilijn met een breedte van 10,00m. Dit dient te gebeuren alvorens het te realiseren lot 1 vervreemd of bebouwd kan worden.
Ter hoogte van de weg Trapstraat bevinden zich reeds nutsvoorzieningen dewelke, zoals blijkt uit de adviezen van de nutsmaatschappijen, in het kader van voorliggende aanvraag beperkt moeten uitgebreid worden. Deze uitbreiding dient te gebeuren ten laste van de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, alvorens het te realiseren lot 1 vervreemd of bebouwd kan worden.
Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de dertig dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens artikel 31/1 van het Omgevingsvergunningsdecreet.
Artikel 31 §1 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning stelt dat als een aanvraag tot omgevingsvergunning de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, het college van burgemeester en schepenen de gemeenteraad samenroept om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich hierbij uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
De voorliggende aanvraag betreft een omgevingsvergunningsaanvraag voor het herbestemmen van een bestaande rijkswachtkazerne en voor het voorzien van bijkomende bebouwing bij deze kazerne waarbij de nieuwe bestemming van de gebouwen betrekking heeft op handel, horeca, dienstverlening en wonen, voor het doorvoeren van de bijhorende terreinaanlegwerken en voor de exploitatie van verschillende ingedeelde inrichtingen of activiteiten klasse 2. In de voorliggende aanvraag tot omgevingsvergunning werd tevens het deels verplaatsen en wijzigen van een gemeenteweg geïntegreerd, zoals voorzien in artikel 12 §2 van het decreet van 3 mei 2019 houdende gemeentewegen. Indien de verplaatsing van een gemeenteweg wordt opgenomen in een aanvraag tot omgevingsvergunning, worden de procedureregels gevolgd zoals deze voorzien worden in het Omgevingsvergunningsdecreet en in het Omgevingsvergunningsbesluit.
Artikel 12 §2 van het decreet van 3 mei 2019 houdende gemeentewegen stelt dat het opnemen van de procedure tot het verplaatsen en wijzigen van een gemeenteweg in een aanvraag tot omgevingsvergunning enkel mogelijk is voor zover de verplaatsing en de wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Gezien de verplaatsing van de gemeenteweg past in het kader van de realisatie van de bestemming van de grond, namelijk het realiseren van een kernversterkend project gericht op wonen, handel, horeca en dienstverlening binnen de dorpskern van Westerlo, wordt hieraan voldaan.
Bij de beslissing die wordt genomen door de gemeenteraad over het aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen van een gemeenteweg dient rekening gehouden te worden met de doelstellingen en principes zoals vermeld in artikel 3 en 4 van het Gemeentewegendecreet, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader.
Artikel 3 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid dat onder meer gericht is op de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en op de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening moet gehouden worden met de volgende principes:
Gelet op artikel 31 van het van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, waarin gesteld wordt dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein, kan worden afgeleid dat de gemeenteraad zich bij zijn beoordeling dient te beperken tot die elementen uit de aanvraag die betrekking hebben op de zaak van de wegen. De gemeenteraad mag zich bijgevolg niet uitspreken over de vergunningsaanvraag zelf en dient zich te onthouden van uitspraken over de planologische toelaatbaarheid en de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening, dewelke beoordeeld dienen te worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan.
Er kan geoordeeld worden dat de gevraagde verplaatsing en wijziging van de gemeenteweg in overeenstemming is met artikel 3 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. Het te verplaatsen deel van de gemeenteweg is momenteel overbouwd en daar waar de te verplaatsen gemeenteweg niet overbouwd is, bevinden er zich links en rechts van de gemeenteweg perceelafscheidingen. Verder op het eigendom is de oorspronkelijke sentier niet meer zichtbaar, maar bevindt deze zich in de zandberm naast een bestaande kasseiverharding richting de weg De Busserstraat. Hierdoor heeft het te verplaatsen deel van de gemeenteweg enerzijds de vorm aangenomen van een smal en donker steegje en is de sentier anderzijds niet meer duidelijk zichtbaar op het terrein. De oorspronkelijke sentier zal verplaatst worden zodat deze doorheen een binnengebied loopt dat zal worden ingericht met groenelementen en zitbanken en waar ook verschillende centrumfuncties, zoals handel, horeca en dienstverlening, gebundeld worden. Het te verplaatsen deel van de sentier zal ook worden verbreed en zal zichtbaar worden gemaakt op het terrein.
Het verplaatsen van de gemeenteweg zodat deze doorheen het binnengebied loopt, zal het gebruik van deze verbinding aanmoedigen, daar waar nu enkel mensen die op de hoogte zijn van het bestaan van de smalle en overbouwde doorsteek hier gebruik van maken. De voorliggende verplaatsing en verbreding van de gemeenteweg kan beschouwd worden als een herwaardering van een bestaande trage verbinding. De voorgestelde verplaatsing brengt bijgevolg een verbetering van de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen met zich mee, in het bijzonder om aan de behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
De gevraagde verplaatsing en wijziging is tevens in overeenstemming met artikel 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen:
1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang.
De gemeenteweg die bekend staat als sentier n° 77 wordt niet afgeschaft, maar zal slechts minimaal verplaatst en verbreed worden zodat deze doorheen een binnengebied loopt dat zal worden ingericht met groenelementen en zitbanken en waar ook verschillende centrumfuncties gebundeld worden. De verbindende functie tussen de wegen Vismarkt en Polderstraat en de weg De Busserstraat die de oorspronkelijke sentier n° 77 vervult, blijft bovendien behouden. Het te verplaatsen deel van de sentier zal ook worden verbreed en zal beter zichtbaar worden gemaakt op het terrein. Dit brengt met zich mee dat het gebruik ervan als trage doorsteek na de verplaatsing en de wijziging zal aangemoedigd worden. De verplaatsing en wijziging van de gemeenteweg lijkt dus het algemeen belang ten goede te komen.
2. Een verplaatsing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd.
Gezien de verplaatsing van de gemeenteweg past in het kader van de realisatie van de bestemming van de grond, namelijk het realiseren van een kernversterkend project gericht op wonen, handel, horeca en dienstverlening binnen de dorpskern van Westerlo, is de gevraagde verplaatsing in overeenstemming met de voorwaarde die hierover werd opgenomen in artikel 12 §2 van het decreet van 3 mei 2019 houdende gemeentewegen.
Zoals hierboven al werd, aangegeven staat de voorgestelde verplaatsing ten dienste van het algemeen belang. In de motivatienota die door de aanvrager van de omgevingsvergunning werd toegevoegd aan het aanvraagdossier wordt de verplaatsing bovendien ook voor wat betreft een aantal andere aspecten afdoende gemotiveerd:
3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen.
De gemeenteweg wordt slechts gedeeltelijk en minimaal verplaatst en komt grotendeels in een binnengebied te liggen dat in principe niet toegankelijk zal zijn voor gemotoriseerd verkeer. Daar waar het te verplaatsen deel terug aansluit op het oorspronkelijke tracé en op de weg De Busserstraat wordt getracht om conflicten met gemotoriseerd verkeer richting de ondergrondse parkeerkelder en de op het eigendom aan te leggen parkeerplaatsen te vermijden door het nieuwe tracé van het te verplaatsen deel van de weg duidelijk af te bakenen zodat dit naast de voor gemotoriseerd verkeer toegankelijke zones komt te liggen. De verplaatsing en wijziging van de gemeenteweg zal bijgevolg geen onaanvaardbare impact hebben op de verkeersveiligheid. In functie van een goede zichtbaarheid van het nieuwe tracé van het te verplaatsen deel van de gemeenteweg is het wel belangrijk dat dit, zoals dit ook op basis van de plannen en de 3D beelden kan afgeleid worden, zal afgebakend worden door middel van metalen noppen of door middel van niet verticaal stralende grondspots.
In functie van de ontsluiting van de aangrenzende percelen zal het gedeelte van de oorspronkelijke voetweg vanaf de weg Vismarkt tot aan de uitbreiding bij het poortgebouw behouden blijven als erfdienstbare wegenis ten voordele van de eigenaars van de aanpalende percelen, die hier nu ook al frequent gebruik van maken in functie van het bereiken van de achterliggende parkeerplaatsen en autogarages. In de gevelwand ter hoogte van Vismarkt zal wel een afsluitbare deur geplaatst worden zodat de erfdienstbaarheid geen vuil steegje wordt. De aanpalenden zullen kunnen beschikken over een sleutel of toegangscode om gebruik te kunnen maken van deze erfdienstbaarheid. De nieuwe aanbouw achter het poortgebouw zal echter geplaatst worden waar zich nu een poort naar de rechts aanpalende garages en parkeerplaatsen bevindt. Deze poort mag in functie van de ontsluiting van de aanpalende percelen niet verdwijnen en dient verplaatst te worden zodat de toegang tot de rechts aangrenzende parkeerplaatsen en garages via de te realiseren erfdienstbare wegenis mogelijk blijft voor de aanpalenden.
4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief.
De gemeenteweg ligt op ruime afstand van de gemeentegrenzen en wordt bovendien enkel minimaal verplaatst en gewijzigd binnen een duidelijk afgebakend binnengebied. Voor het overige blijft het tracé van de gemeenteweg ongewijzigd. Deze gedeeltelijke verplaatsing en wijziging heeft bijgevolg geen gemeentegrensoverschrijdende impact.
5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
De verbindende functie tussen de wegen Vismarkt en Polderstraat en de weg De Busserstraat die het te verplaatsen deel van sentier n° 77 momenteel vervult, zal blijven bestaan. De oorspronkelijke sentier zal bovendien verplaatst worden zodat deze doorheen een binnengebied komt te liggen dat zal worden ingericht met groenelementen en zitbanken en waar ook verschillende centrumfuncties, zoals handel, horeca en dienstverlening, gebundeld worden. Het te verplaatsen deel van de sentier zal ook worden verbreed en zal zichtbaar worden gemaakt op het terrein. De gemeenteweg zal behalve een louter functionele rol ook een recreatieve en kernversterkende rol gaan vervullen, waardoor het gebruik ervan aangemoedigd zal worden. Bovendien wordt het nieuwe tracé van de gemeenteweg voorzien doorheen de oude rijkswachtkazerne en doorheen het poortgebouw dat zich achter de kazerne bevindt. Deze gebouwen worden in functie van voorliggende aanvraag opgewaardeerd, waardoor het historische karakter van deze toch wel kenmerkende gebouwen binnen de dorpskern van Westerlo beter benadrukt wordt.
Artikel 47, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, bepaalt dat de gemeenteraad, bij het nemen van zijn besluit over de zaak van de wegen kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek ingediend zijn. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden drie digitale bezwaarschriften ingediend en één schriftelijk bezwaarschrift. De hierin opgenomen bezwaren werden besproken onder punt e) Openbaar onderzoek. Enkel het bezwaar met betrekking tot de ontsluiting van de aangrenzende percelen wordt in aanmerking genomen in die in die zin dat het verplaatsen van de gemeenteweg maar mogelijk is indien het deel van de oorspronkelijke gemeenteweg tot aan de nieuw op te richten aanbouw behouden blijft als erfdienstbare wegenis in functie van de aanpalenden. De bestaande poort die zal dicht gebouwd worden, dient verplaatst te worden zodat de toegang tot de rechts aangrenzende parkeerplaatsen en garages mogelijk blijft voor de aanpalenden.
De gemeenteraad kan bijgevolg akkoord gaan met het gedeeltelijk verplaatsen en wijzigen van de gemeenteweg die volgens de Atlas van de Buurtwegen gekend staat als sentier n° 77 in Westerlo en zoals voorzien op het rooilijnplan van 20 oktober 2020 dat werd opgemaakt door landmeter Jan Tubbeckx. Het op het rooilijnplan rood ingekleurde gedeelte van de gemeenteweg dat zich binnen de nieuwe rooilijngrenzen bevindt en dat een oppervlakte heeft van 176m² dient een openbaar karakter te krijgen zonder dat dit wordt afgestaan aan de gemeente ter inlijving bij het openbaar domein.
Artikel 28 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg aanleiding geeft tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is. De vergoeding voor waardevermindering is verschuldigd door de gemeente aan de eigenaar van de grond in kwestie. De vergoeding voor waardevermeerdering is verschuldigd door de eigenaar van de betrokken grond en komt ten goede aan de gemeente. Van zodra de aanvrager van de omgevingsvergunning een vergunning verkrijgt en van zodra deze te kennen geeft de vergunning tot uitvoering te willen brengen zal door de gemeente een landmeter-expert worden aangesteld om de waardevermindering of de waardevermeerdering naar aanleiding van het deels verplaatsen en wijzigen van de gemeenteweg vast te stellen. Van zodra de waardevermindering of waardevermeerdering vereffend is, kan de omgevingsvergunning, met inbegrip van het deels verplaatsen en wijzigen van sentier n° 77, tot uitvoering gebracht worden.
Zoals hierboven al werd aangehaald, zijn de drie percelen waarop voorliggende aanvraag tot het deels verplaatsen en wijzigen van een gemeenteweg betrekking heeft in handen van drie verschillende eigenaars. De eigenaar van het perceel met als kadastrale omschrijving 1 sectie B nr. 639H heeft de aanvraag echter niet mee ondertekend. Hieromtrent kan echter opgemerkt worden dat de omgevingsvergunning, met inbegrip van het deels verplaatsen en wijzigen van sentier n° 77, maar kan uitgevoerd worden mits hiervoor toestemming verkregen wordt van alle eigenaars van de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft.
Verder wenst de gemeenteraad nog de volgende voorwaarden en lasten op te leggen zodoende de gevraagde verplaatsing en wijziging van de gemeenteweg beter in overeenstemming te brengen met artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen:
De gemeenteraad keurt voorliggende beslissing over de gedeeltelijke verplaatsing en wijziging van een gemeenteweg in het kader van de aanvraag tot omgevingsvergunning met referentie OMV/2020/0219, ingediend door Immoment, voor het herbestemmen van een bestaande rijkswachtkazerne en voor het voorzien van bijkomende bebouwing bij deze kazerne waarbij de nieuwe bestemming van de gebouwen betrekking heeft op handel, horeca, dienstverlening en wonen, voor het doorvoeren van de bijhorende terreinaanlegwerken en voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten klasse 2 op het eigendom gelegen Vismarkt 24 - De Busserstraat z/n te 2260 Westerlo en met als kadastrale omschrijving afdeling 1 sectie B nrs. 631E, 635A, 639/2 S, 639H, 639K, 639/2 P en 639/2 N goed.
De gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg dient te gebeuren zoals voorzien op het rooilijnplan van 20 oktober 2020 dat werd opgemaakt door landmeter Jan Tubbeckx. Het op het rooilijnplan rood ingekleurde gedeelte van de gemeenteweg dat zich binnen de nieuwe rooilijngrenzen bevindt en dat een oppervlakte heeft van 176m² dient een openbaar karakter te krijgen zonder dat dit wordt afgestaan aan de gemeente ter inlijving bij het openbaar domein.
Door de gemeenteraad worden de volgende voorwaarden en lasten opgelegd met betrekking tot het gedeeltelijk verplaatsen en wijzigen van de gemeenteweg:
Artikel 28 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg aanleiding geeft tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is. Van zodra de aanvrager van de omgevingsvergunning een vergunning verkrijgt en van zodra deze te kennen geeft de vergunning tot uitvoering te willen brengen zal door de gemeente een landmeter-expert worden aangesteld om de waardevermindering of de waardevermeerdering naar aanleiding van het deels verplaatsen en wijzigen van de gemeenteweg vast te stellen. Van zodra de waardevermindering of waardevermeerdering vereffend is, kan de omgevingsvergunning, met inbegrip van het deels verplaatsen en wijzigen van sentier n° 77, tot uitvoering gebracht worden.
Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de dertig dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens artikel 31/1 van het Omgevingsvergunningsdecreet.
Dit besluit van de gemeenteraad is nietig wanneer de omgevingsvergunning waarin de verplaatsing en wijziging van de gemeenteweg werd opgenomen niet wordt verleend of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd, alsook wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.
De lokale besturen in onze eerstelijnszone verlengden hun keuze voor optie 1 reeds tot eind juni 2021. Omdat de Vlaamse regering deze periode van verlenging nu verandert van 1 april 2021 tot en met 31 augustus 2021, is het aangewezen het nieuwe addendum te ondertekenen opdat we ook deze extra maanden de subsidie zouden ontvangen. Het ondertekende addendum diende voor 31 mei opgeladen te worden via het digitaal loket van Agentschap Binnenlands Bestuur. Het college van burgemeester en schepenen keurde het verlengde engagement van 1 april tot en met 31 augustus 2021 in de zitting van 25 mei 2021 goed en legt de bekrachtiging van de verlenging van dit engagement voor aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de Vlaamse regering van 7 mei 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2021.
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 25 mei 2021 om het engagement genomen in de beslissing van 19 april 2021, te verlengen van 1 april tot en met 31 augustus 2021 en bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 25 mei 2021 om het addendum bij de reeds eerder afgesloten verwerkingsovereenkomst goed te keuren.
Decreet lokaal bestuur
Organisatiebeheersing is het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men:
1° de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico's om deze te bereiken kent en beheerst;
2° wetgeving en procedures naleeft;
3° over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt;
4° op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet;
5° de activa beschermt en fraude voorkomt.
Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzing van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn. Het organisatiebeheersingssysteem beantwoordt minstens aan het principe van functiescheiding waar mogelijk en is verenigbaar met de continuïteit van de werking van de gemeentelijke diensten.
Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.
De gemeenteraad neemt kennis van de rapportering over organisatiebeheersing voor 2020.
Artikel 40 en 41 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De gemeenteraad verleent haar goedkeuring tot ondertekening van de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst met Stichting Kempens Landschap.
Tijdens het woonoverleg van 23 februari 2021 werd de overdracht van de 10 bejaardenwoningen in de Schietboomstraat van OCMW Westerlo naar Zonnige Kempen besproken. Aangezien het aangepaste woningen, meer bepaald bejaardenwoningen betreft, wenst het lokaal bestuur dat deze in de toekomst ook met voorrang worden toegewezen aan senioren. Het betreft namelijk kleine, gelijkvloerse woningen met 1 slaapkamer, gelegen in de kern van Zoerle-Parwijs.
Voor de opname van deze woningen in het lokaal toewijzingsreglement dient het bestaande reglement te worden aangepast. Deze aanpassing werd besproken in het woonoverleg van 23 februari 2021 waarbij aan Kempens Woonplatform gevraagd werd om de nodige aanpassingen uit te voeren. Het gewijzigd regelement werd vervolgens besproken en positief geadviseerd in het woonoverleg van 1 juni 2021.
Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur en artikel 35 van de Nieuwe gemeentewet.
Vlaamse Codex Wonen van 2021, meer bepaald artikels 6.12 tem 6.14 dat de verhuring van woningen uit de sociale sector regelt.
Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, meer bepaald artikels 6.27 tem 6.29
De omzendbrief OMG/W2020/4 van 21 december 2020 die stelt dat indien een gemeente zich houdt aan de in de omzendbrief vooropgestelde principes een eenvoudige procedure en aanvraagdossier tot goedkeuring van het toewijzingsreglement voldoende is.
Het bestaande lokaal toewijzingsreglement van de gemeente Westerlo, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 27 juni 2016 en door de bevoegde minister op 20 december 2016.
De gemeenteraad keurt het bijgevoegde ontwerp tot aanpassing lokaal toewijzingsreglement goed.
Na goedkeuring door de gemeenteraad zal het ontwerp lokaal toewijzingsreglement, inclusief gemeenteraadsbeslissing, via beveiligde zending aan de minister ter kennisgeving worden overgemaakt op het adres van het Agentschap Wonen-Vlaanderen, afdeling woonbeleid, Herman Teirlinckgebouw, Havenlaan 88 bus 40 te 1000 Brussel en via mail aan lokaaltoewijzingsreglement.wonen@vlaanderen.be
Het reglement treedt in werking één maand na het verstrijken van de termijn van 45 dagen, vermeld in artikel 6.14 §2, tweede lid Vlaamse Codex Wonen van 2021 of de verlengde termijn van 60 dagen vermeld in artikel 6.14 § 2, derde lid Vlaamse Codex Wonen van 2021.