Terug
Gepubliceerd op 22/09/2021

2021_GR_00175 - Zaak van de wegen aanvraag omgevingsvergunning OMV/2021/0002/V voor het verkavelen in een lot dat bestemd is voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning na het afsplitsen van dit lot van een reeds bebouwd eigendom te Trapstraat 23 en 25 - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 21/06/2021 - 18:00 digitaal (via teams)
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Guy Van Hirtum, burgemeester; Tinne Wuyts, schepen; Filip Verrezen, schepen; Kelly Verboven, schepen; Kristof Welters, schepen; Clyde Tai-Apin, schepen; Paul Helsen, schepen en voorzitter BCSD; Frans De Cock, raadslid; Harri Verbraecken, raadslid; Winny Van Calster, raadslid; Iris De Wever, raadslid; Flor Celen, raadslid; Nancy Van Hoof, raadslid; Myriam Valgaeren, raadslid; Marleen Nevelsteen, raadslid; Marie Michiels, raadslid; Hans Van Lommel, raadslid; Laura Tops, raadslid; Patrick Vercauteren, raadslid; Giel Van den Broeck, raadslid; Bert Wellens, raadslid; Marc Gouwkens, raadslid; Katrijn van Riet, raadslid; Ronny Goossens, raadslid; Vicky Cools, raadslid; Maurice Van Hemelen, voorzitter raad; Jo Vankrunkelsven, algemeen directeur

Afwezig

Chris Beenens, raadslid

Secretaris

Jo Vankrunkelsven, algemeen directeur

Stemming op het agendapunt

2021_GR_00175 - Zaak van de wegen aanvraag omgevingsvergunning OMV/2021/0002/V voor het verkavelen in een lot dat bestemd is voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning na het afsplitsen van dit lot van een reeds bebouwd eigendom te Trapstraat 23 en 25 - Goedkeuring
Goedgekeurd

Aanwezig

Guy Van Hirtum, Tinne Wuyts, Filip Verrezen, Kelly Verboven, Kristof Welters, Clyde Tai-Apin, Paul Helsen, Frans De Cock, Harri Verbraecken, Winny Van Calster, Iris De Wever, Flor Celen, Nancy Van Hoof, Myriam Valgaeren, Marleen Nevelsteen, Marie Michiels, Hans Van Lommel, Laura Tops, Patrick Vercauteren, Giel Van den Broeck, Bert Wellens, Marc Gouwkens, Katrijn van Riet, Ronny Goossens, Vicky Cools, Maurice Van Hemelen, Jo Vankrunkelsven
Stemmen voor 26
Winny Van Calster, Clyde Tai-Apin, Iris De Wever, Kristof Welters, Kelly Verboven, Filip Verrezen, Katrijn van Riet, Frans De Cock, Harri Verbraecken, Patrick Vercauteren, Tinne Wuyts, Giel Van den Broeck, Maurice Van Hemelen, Ronny Goossens, Marleen Nevelsteen, Marie Michiels, Marc Gouwkens, Hans Van Lommel, Vicky Cools, Nancy Van Hoof, Flor Celen, Paul Helsen, Laura Tops, Bert Wellens, Guy Van Hirtum, Myriam Valgaeren
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2021_GR_00175 - Zaak van de wegen aanvraag omgevingsvergunning OMV/2021/0002/V voor het verkavelen in een lot dat bestemd is voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning na het afsplitsen van dit lot van een reeds bebouwd eigendom te Trapstraat 23 en 25 - Goedkeuring 2021_GR_00175 - Zaak van de wegen aanvraag omgevingsvergunning OMV/2021/0002/V voor het verkavelen in een lot dat bestemd is voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning na het afsplitsen van dit lot van een reeds bebouwd eigendom te Trapstraat 23 en 25 - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Artikel 31 §1 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning stelt dat als een aanvraag tot omgevingsvergunning de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, het college van burgemeester en schepenen de gemeenteraad samenroept om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich hierbij uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

Artikel 3 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid dat onder meer gericht is op de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en op de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

Artikel 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen stelt dat bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening moet gehouden worden met de volgende principes:

  1. wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
  2. een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
  3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
  4. wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
  5. bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Gelet op artikel 31 van het van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, waarin gesteld wordt dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein, kan worden afgeleid dat de gemeenteraad zich bij zijn beoordeling dient te beperken tot die elementen uit de aanvraag die betrekking hebben op de zaak van de wegen. De gemeenteraad mag zich bijgevolg niet uitspreken over de vergunningsaanvraag zelf en dient zich te onthouden van uitspraken over de planologische toelaatbaarheid en de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening, dewelke beoordeeld dienen te worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan.

Artikel 47, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, bepaalt dat de gemeenteraad, bij het nemen van zijn besluit over de zaak van de wegen kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek ingediend zijn.

Naar aanleiding van voorliggende aanvraag tot omgevingsvergunning wordt er ter hoogte van het te realiseren lot 1 voorzien in een kosteloze grondafstand ter inlijving bij het openbaar domein van een strook grond met een oppervlakte van 42,00m² langsheen het openbaar domein (lot 3). De kosteloze grondafstand wordt voorzien opdat ter hoogte van het te realiseren lot 1 kan voorzien worden in een openbaar domein met een breedte van 10,00m, zoals dit op basis van eerdere grondinnemingen voorzien werd. Dit houdt in dat de breedte van de gemeenteweg Trapstraat gedeeltelijk gewijzigd wordt daar waar de kosteloze grondafstand voorzien wordt en dat de gemeenteraad zich hierover dient uit spreken, zoals bepaald in artikel 31 §1 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Door middel van de voorgestelde kosteloze grondafstand kan in de toekomst voorzien worden in een rooilijn met een breedte van 10,00m ter hoogte van de weg Trapstraat. Deze breedte is hier, gelet op de plaatselijke toestand, voldoende in functie van een volwaardige inrichting van het openbaar domein met een voldoende brede rijwegverharding, met daarnaast voldoende bermruimte voor het aanleggen van nutsvoorzieningen. De breedte en de lengte van de bestaande rijwegverharding zullen niet wijzigen en ook de ligging van de gemeenteweg zal niet wijzigen, waardoor hierover geen uitspraak moet gedaan worden.

Met betrekking tot de uitrusting van de gemeenteweg kan geoordeeld worden dat er zich ter hoogte van de weg Trapstraat reeds nutsvoorzieningen bevinden dewelke, zoals blijkt uit de adviezen van de nutsmaatschappijen, in het kader van voorliggende aanvraag slechts beperkt moeten uitgebreid worden. Enkel door Fluvius en door Pidpa -riolering wordt een beperkte uitbreiding van de distributienetten buiten het project resp. het openbaar rioleringsnetwerk gevraagd ten behoeve van de ontwikkeling. Deze uitbreiding dient te gebeuren ten laste van de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, alvorens het te realiseren lot vervreemd of bebouwd kan worden.

Er wordt voorzien in het kosteloos afstaan van een strook grond met een oppervlakte van 42,00m² opdat in de toekomst kan voorzien worden in een rooilijn met een breedte van 10,00m ter hoogte van de weg Trapstraat. In functie hiervan is het noodzakelijk dat deze strook grond wordt opgenomen in het openbaar domein. Het kosteloos afstaan van de strook grond met een oppervlakte van 42,00m² (lot 3) ter inlijving bij het openbaar domein dient te gebeuren alvorens het te realiseren lot 1 vervreemd of bebouwd kan worden.

Artikel 47, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, bepaalt dat de gemeenteraad, bij het nemen van zijn besluit over de zaak van de wegen kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek ingediend zijn. De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 9 maart 2021 tot en met 7 april 2021. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek werden echter geen petitielijsten noch bezwaarschriften ingediend.

Er kan bijgevolg geoordeeld worden dat de voorgestelde gedeeltelijke wijziging van de gemeenteweg Trapstraat in overeenstemming is met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en bijgevolg aanvaardbaar is. De voorgestelde kosteloze grondafstand en de uitbreiding van de nutsvoorzieningen dienen te gebeuren ten laste van de aanvrager van de omgevingsvergunning alvorens het te realiseren lot vervreemd of bebouwd kan worden.

Juridische grond

  • Het gewestplan Herentals-Mol, goedgekeurd bij K.B. van 28 juli 1978.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002.
  • Decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gecoördineerd op 15 juni 2018 (Waterwetboek).
  • Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 betreffende de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsdecreet).
  • Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsbesluit).
  • Decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving.
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald de artikelen 40 en 41 met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (Gemeentewegendecreet).

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt, in toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet en in toepassing van artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit, de gedeeltelijke wijziging van de weg Trapstraat overeenkomstig artikel 12 §2 van het Gemeentewegendecreet goed in het kader van de aanvraag tot omgevingsvergunning met referentie OMV/2021/0002/V, ingediend door Marjan De Groot, voor het verkavelen in een lot dat bestemd is voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning na het afsplitsen van dit lot van een reeds bebouwd eigendom op het eigendom gelegen Trapstraat 23 en 25 te 2260 Westerlo en met als kadastrale omschrijving afdeling 1 sectie A nr. 581D2.

Artikel 2

De strook grond zoals weergegeven op het bij de aanvraag tot omgevingsvergunning gevoegde rooilijnplan en verkavelingsplan en met een oppervlakte van 42,00m² dient kosteloos te worden afgestaan aan de gemeente Westerlo ter inlijving bij het openbaar domein opdat in de toekomst ter hoogte van de weg Trapstraat kan voorzien worden in een rooilijn met een breedte van 10,00m. Dit dient te gebeuren alvorens het te realiseren lot 1 vervreemd of bebouwd kan worden.

Artikel 3

Ter hoogte van de weg Trapstraat bevinden zich reeds nutsvoorzieningen dewelke, zoals blijkt uit de adviezen van de nutsmaatschappijen, in het kader van voorliggende aanvraag beperkt moeten uitgebreid worden. Deze uitbreiding dient te gebeuren ten laste van de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, alvorens het te realiseren lot 1 vervreemd of bebouwd kan worden.

Artikel 4

Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de dertig dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens artikel 31/1 van het Omgevingsvergunningsdecreet.