Terug
Gepubliceerd op 26/11/2020

2020_GR_00286 - Arbeidsreglement-rechtspositieregeling gemeentepersoneel. Wijziging 17 - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 16/11/2020 - 20:00 digitaal
2020_GR_00286 - Arbeidsreglement-rechtspositieregeling gemeentepersoneel. Wijziging 17 - Goedkeuring 2020_GR_00286 - Arbeidsreglement-rechtspositieregeling gemeentepersoneel. Wijziging 17 - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

1. Artikel 447 wordt aangepast conform het koninklijk besluit van 29 oktober 1997, gewijzigd op 5 mei 2019.

Om voor zijn kind te zorgen heeft het personeelslid het recht om:

  • hetzij gedurende een periode van vier maanden de uitvoering van zijn volledige arbeidsprestaties te schorsen. Het personeelslid kan deze periode opsplitsen in maanden
  • hetzij gedurende een periode van acht maanden zijn arbeidsprestaties deeltijds verder te zetten in de vorm van een halftijdse vermindering wanneer hij voltijds is tewerkgesteld. Het personeelslid kan deze periode opsplitsen in periodes van twee maanden of een veelvoud daarvan
  • hetzij gedurende een periode van twintig maanden zijn arbeidsprestaties deeltijds verder te zetten in de vorm van een vermindering met één vijfde wanneer hij voltijds is tewerkgesteld. Het personeelslid kan deze periode opsplitsen in periodes van vijf maanden of een veelvoud daarvan.
  • hetzij gedurende een periode van veertig maanden zijn arbeidsprestaties deeltijds verder te zetten in de vorm van een vermindering met één tiende wanneer hij voltijds is tewerkgesteld. Het personeelslid kan deze periode opsplitsen in periodes van tien maanden of een veelvoud daarvan.
  • Het personeelslid heeft de mogelijkheid om van het ene regime over te stappen naar het andere. Voor de vierde maand volledig ouderschapsverlof, de zevende en de achtste maand halftijds ouderschapsverlof en de zestiende tot de twintigste maand 1/5de ouderschapsverlof worden door de RVA enkel onderbrekingsuitkeringen betaald indien het kind geboren of geadopteerd is vanaf 8 maart 2012. Indien het kind geboren of geadopteerd is voor 8 maart 2012 worden deze voornoemde maanden ouderschapsverlof.

2. Artikel 474 wordt toegevoegd

‘Het personeelslid dat is aangesteld als pleegouder door de jeugdrechtbank of een door de gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, heeft het recht om van het werk afwezig te zijn (dienstvrijstelling) voor de vervulling van verplichtingen en opdrachten of om het hoofd te bieden aan situaties die voortvloeien uit de plaatsing in zijn/haar gezin van een of meerdere personen die in het kader van pleegzorg die aan hem/haar worden toevertrouwd. 

De duur van deze afwezigheid mag de zes dagen per jaar niet overschrijden. Indien het pleeggezin bestaat uit twee personeelsleden die beiden aangesteld zijn als pleegouder, dienen deze dagen onder hen te verdeeld te worden.’ 

Deze mogelijkheid tot dienstvrijstelling werd reeds geregeld voor contractuele medewerkers door het koninklijk besluit van 27 oktober 2008 betreffende de afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen. Deze mogelijkheid wordt nu ook uitgebreid voor statutaire medewerkers.

3. Artikel 387 wordt aangepast en 387bis en 387ter worden toegevoegd

artikel 387bis: Het personeelslid, met uitzondering van het gesubsidieerd onderwijzend en jobstudenten hebben recht op eco-cheques. 

Het bedrag van de eco-cheques bedraagt 160 euro voor een voltijds personeelslid met een volledige referteperiode.

De referteperiode bedraagt een kalenderjaar. Binnen deze referteperiode wordt rekening gehouden met alle gewerkte en gelijkgestelde dagen 

De eco-cheques worden uitgereikt binnen de twee maanden volgend op het einde van de referteperiode. 

§2. De eco-cheques worden in evenredige mate verminderd wanneer het personeelslid in de loop van de referteperiode in of uit dienst treedt of tijdens het jaar een van de hierna genoemde verloven of afwezigheden opneemt:

  • het algemeen stelsel van loopbaanonderbreking of loopbaanvermindering
  • de thematische verloven, met uitzondering van het ouderschapsverlof
  • afwezigheden in de administratieve toestand non-activiteit
  • halftijds vervroegde uittreding
  • verlof voor opdracht
  • vrijwillige vierdagenweek
  • zorgkrediet
  • onbetaald verlof

Daarbij worden de eco-cheques eveneens verminderd bij onwettige afwezigheid

§3. Er worden geen eco-cheques toegekend aan medewerkers die langer dan 1 jaar afwezig zijn. De eerste twaalf maanden van de afwezigheid worden wel gelijkgesteld

§4. Progressieve werkhervatting geeft geen aanleiding tot vermindering van de eco-cheques

§5. De eco-cheques worden digitaal toegekend via de toepassing van de maaltijdcheques en hebben vanaf de dag van de toekenning een geldigheidsduur van 24 maanden. De eco-cheques kunnen niet omgeruild worden voor geld in speciën.


Het personeelslid heeft recht op eco-cheques vanaf het kalenderjaar 2020. De waarde van de eco-cheque bedraagt 160 euro voor een voltijds werkend personeelslid die de volledige referteperiode in dienst was. 

Het bedrag op jaarbasis, vermeld in het eerste lid, van de toegekende eco-cheques worden pro rata verminderd bij deeltijdse personeelsleden en bij personeelsleden die niet de ganse referteperiode in dienst waren. 

artikel 387ter:

Het personeelslid - met uitzondering van het gesubsidieerd onderwijzend personeel en jobstudenten - dat minstens 1 dag heeft gepresteerd in het refertejaar, heeft vanaf kalenderjaar 2020 recht op een geschenkencheque van 40 euro. Deze cheques zullen worden toegekend ter gelegenheid van Kerstmis en worden uitgekeerd in de vorm van een lokale handelaarsbon. 

De waarde van de geschenkencheque wordt niet geprorateerd.


4. Bijlage 16: de salarisschalen van algemeen en financieel directeur worden aangepast 

Op basis van het art. 122 §1 en 124 van het Rechtspositiebesluit van 7 december 2007 is er een uitdrukkelijke raadsbeslissing nodig voor de verhoging van de wedde van de algemeen en financieel directeur. 

Artikel 588 van het Decreet over het Lokaal Bestuur bepaalt dat de salarisschaal van de algemeen/financieel directeur gelijk is aan de salarisschaal van de secretaris of financieel beheerder, verhoogd met 30%. De memorie van toelichting verwijst hier naar de artikelen 122 en 124 van het Rechtspositieregelingsbesluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007, die de minima en maxima vastlegden van de salarisschalen van de algemeen en financieel directeurs. De besturen zijn vrij om salarisschalen vast te stellen binnen deze wettelijke minima en maxima.

Voor de algemeen directeur wordt de salarisschaal als volgt vastgelegd:

- gemeenten van 20.001 tot 25.000 inwoners: minimum 45.040,72 euro  en maximum 66.308,26 euro en wordt gespreid over 15 jaar
- gemeenten van 25.001 tot 35.000 inwoners: minimum 47.848,79 euro en 70.661,54 euro en wordt gespreid over 15 jaar.

Voor de financieel directeur wordt de salarisschaal als volgt vastgelegd:

- gemeenten van 20.001 tot 25.000 inwoners: minimum 42.429,66 euro en maximum 62.464,30 euro en wordt gespreid over 15 jaar

- gemeenten van 25.001 tot 35.000 inwoners: minimum 45.074,95 euro en maximum 66.330,72 euro en wordt gespreid over 15 jaar

Als het inwoneraantal van de gemeente daalt onder het minimale aantal inwoners, op basis waarvan met toepassing van artikel 122, eerste lid, en artikel 124, eerste lid van het Rechtspositieregelingsbesluit de salarisschaal van de algemeen directeur en van de financieel directeur werd vastgesteld, dan behouden de algemeen directeur en de financieel directeur in dienst hun salarisschaal ten persoonlijken titel. De uitgewerkte salarisschalen (klasse 5) van de algemeen directeur en de financieel directeur
bevinden zich in bijlage 16 bij dit besluit.

5. Bijlage kader telewerk wordt toegevoegd aan de rechtspositieregeling

Juridische grond

  • Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen.
  • Het recht op ouderschapsverlof is voorzien in het koninklijk besluit van 29 oktober 1997. Dat besluit werd gewijzigd door het koninklijk besluit van 5 mei 2019 tot wijziging van diverse bepalingen houdende thematische verloven. Dat wijzigende besluit voert de mogelijkheid in om een onderbreking met 1/10 te nemen en de flexibilisering van de volledige en halftijdse onderbrekingen. Het treedt in werking op 01 juni 2019.
  • De modaliteiten tot uitoefening van het recht op pleegzorgverlof voor contractuele medewerkers worden geregeld door het koninklijk besluit van 27 oktober 2008 betreffende de afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen.  Dit besluit is in werking getreden met ingang van 22 november 2008.
  • Artikelen 122 en 124 van het Rechtspositieregelingsbesluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007, leggen de minima en maxima vast van de salarisschalen van de algemeen en financieel directeurs.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
  • Decreet Lokaal Bestuur (DLB), zoals bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 22 december 2017 en verschenen in het Belgisch Staatsblad op 15 februari 2018.
  • Het sectoraal akkoord d.d. 8 april 2020 voor de lokale en provinciale besturen
    • omzendbrief d.d. 28 mei 2020 sectoraal akkoord 2020 voor de lokale en provinciale besturen
    • administratieve instructies RSZ betreffende geschenken en geschenkencheques
    • administratieve instructies RSZ betreffende ecocheques

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de wijzigingen van artikels 447, 474 en 387 van het arbeidsreglement-rechtspositieregeling goed.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt de wijzigingen van bijlage 16 van het arbeidsreglement-rechtspositieregeling met betrekking tot de salarisschalen van algemeen en financieel directeur goed. 

Artikel 3

De gemeenteraad keurt de toegevoegde bijlage aan het arbeidsregelement-rechtspositieregeling over het kader rond telewerk goed.